Het KvE project (Ontwikkeling Kwaliteitssysteem voor Ervaringsdeskundigen) behelst o.a. het professioneel statuut voor ervaringsdeskundigen (met een beroepsregister en een beroepscode). Ook van waarde voor de jeugdzorg? De bestuurders van Levvel geven hun 1e reactie.
Ook binnen de jeugdhulp wordt steeds meer gebruik gemaakt van ervaringsdeskundigheid in de begeleiding van cliënten. Mariënne Verhoef en Nellieke de Koning, bestuurders van jeugdhulporganisatie Levvel, vertellen hoe dit vorm krijgt in hun organisatie. Ook reflecteren ze op de beroepscode die vanaf september geldt. Hierin staan normen en waarden voor degenen die zich (straks) in het beroepsregister als ervaringsdeskundige registreren. Een belangrijk hulpmiddel in en een leidraad voor het dagelijks werk van ervaringsdeskundigen.
Levvel biedt specialistische jeugdhulp aan kinderen, jongeren en (pleeg)gezinnen in Amsterdam en een deel van Noord-Holland. Ervaringsdeskundige kennis krijgt op verschillende manieren een plek binnen de organisatie. Denk aan de inzet van de Experienced Experts van ExpEx, de allereerste groep ervaringsdeskundigen in de jeugdhulp. Deze groep bestaat uit getrainde jongeren onder de 30 jaar met jeugdhulpervaring, die zich inzetten als gesprekspartner en adviseur bij organisaties en instellingen, of als maatje voor andere jongeren. De aanwezigheid en input van ervaringsdeskundigen zorgt ervoor dat cliënten soms andere keuzes maken over hun eigen hersteltraject, aldus Nellieke. In sommige behandelklinieken werken al ervaringsdeskundigen. Zij gaan bijvoorbeeld met jongeren met zeer ernstige angst- of dwangstoornissen in gesprek en gaan ze samen aan de slag met een herstelplan. Ook zijn er binnen Levvel familie-ervaringsdeskundigen actief die zich vooral op ouders of pleegouders van cliënten richten. ‘Op die manier helpen zij ons om deze ouders, die het al zo ontzettend moeilijk hebben en zich vaak niet begrepen voelen, serieus te nemen’, zegt Nellieke. Mariënne vult aan dat Levvel ook medewerkers stimuleert om hun eigen ervaringen te delen binnen de organisatie, als zij dat graag willen. Een leergang (red: opleiding VvEd) helpt hen om dit op een goede manier te kunnen doen. ‘Medewerkers ervaren dit zelf als erg waardevol’, zegt ze daarover. Een volgende stap is om de 7 gebiedsteams in Amsterdam uit te breiden met een ervaringsdeskundige.
Op welke manier profiteert Levvel van al deze ervaringsdeskundige kennis? Mariënne: ‘Het helpt ons om de focus te houden bij degene die de hulpvraag heeft en bij het benutten van zijn of haar eigen herstelmogelijkheden. Daarmee voorkomt het dat je als hulpverlener gaat bepalen wat het probleem is en hoe jij dat probleem vervolgens gaat oplossen.’ Nellieke merkt op dat het ook bijdraagt aan een gevoel van gelijkwaardigheid. ‘Ieder leven kent z’n ups en downs. Bij jongeren met de meer complexe problemen wil je samen op pad gaan en met elkaar bepalen wat de beste weg naar herstel is. Naast de academische, maatschappelijke en praktische kennis die wij in huis hebben, helpt ervaringskennis en ervaringsdeskundigheid ons daar enorm bij. Bovendien helpt de frisse blik en kritische noot van ervaringsdeskundigen bij het oplossen van problemen die wij zelf maar niet opgelost krijgen.’ Wat Nellieke ook nog graag wil toevoegen is dat samenwerken met ervaringsdeskundigen vooral leuk is. ‘Ik word altijd heel vrolijk van meetings met ervaringsdeskundigen. Ze zijn verfrissend, jong en hebben lef.’
Hoewel er verschillende initiatieven gaande zijn binnen de organisatie, vindt Nellieke toch dat Levvel nog onvoldoende doet op het gebied van ervaringsdeskundigheid. ‘Er zijn verschillende broeinestjes en we hebben ook wel een visie, maar dat wil nog niet zeggen dat we precies weten hoe het werkt. En dat zal voor meer organisaties gelden. Veel organisaties weten nog niet goed hoe je het beste kan samenwerken met ervaringsdeskundigen.’ De professionaliseringsslag die momenteel gaande is zou daarbij kunnen helpen. Onder andere op het gebied van financiering. Op veel plekken binnen de zorg valt de inzet van ervaringsdeskundigen namelijk onder overhead. Dat dit een beroep wordt, kan ervoor zorgen dat er ook geld voor wordt vrijgemaakt. ‘Aan de andere kant kan dit er ook voor zorgen dat het bestaande systeem wordt ingetrokken, terwijl de kracht van ervaringsdeskundigen juist is dat zij daar buiten kunnen blijven staan’, aldus Nellieke. Mariënne is het met haar eens: ‘We moeten voorkomen dat ervaringsdeskundigen hulpverleners worden die toevallig iets hebben meegemaakt in hun leven.’
'We moeten voorkomen dat ervaringsdeskundigen hulpverleners worden die toevallig iets hebben meegemaakt in hun leven.'
Voor ervaringsdeskundigen die zich straks inschrijven in het beroepsregister gaat een beroepscode gelden. In deze beroepscode staan normen, waarden en verantwoordelijkheden die alle ervaringsdeskundige professionals met elkaar delen. Zo is het professionele handelen van ervaringsdeskundigen gebaseerd op de kernwaarden gelijkwaardigheid, wederkerigheid, inclusiviteit, solidariteit, diversiteit, integriteit, respect en deskundig handelen. Ook zijn er normen en waarden in de beroepscode opgenomen over begeleidingscontact met cliënten en naasten en over de samenwerking met collega-professionals en organisaties. Daarmee helpt de beroepscode bij het bewaken van de kwaliteit van de ervaringsdeskundige inzet aan cliënten en naasten.
Nellieke en Mariënne noemen het een mooi document. ‘Ik denk dat het houvast geeft aan de ervaringsdeskundigen zelf in hun gevoel van gelijkwaardigheid’, zegt Mariënne. ‘Wel is er een risico dat je met dit soort documenten alleen maar bezig bent om er een beroep van te maken.’ En dat maakt het ingewikkeld, want volgens Nellieke bestaat dé ervaringsdeskundige niet. ‘Waar sommige mensen een intensieve hbo-opleiding van twee jaar volgen, noemen anderen zich nu na een traject van acht of negen bijeenkomsten ervaringsdeskundige. Het ene is niet beter dan het andere en ik vind ook dat die laagdrempeligheid behouden moet blijven’, zegt ze daarover. ‘Iedere ervaringsdeskundige brengt waardevolle levenservaringen mee die totaal verschillend van elkaar zijn. Hoe meer je gaat specificeren, hoe meer mensen wellicht niet meer in het hokje passen.
’ Nellieke noemt ExpEx als voorbeeld. Hier vinden jongeren een plek als ze zich verloren voelen of worstelen met hun identiteit. Daarmee fungeert het ook als een lotgenotengroep. ‘Dat is heel anders dan een afgestudeerde ervaringsdeskundige die solliciteert bij een organisatie en daar aan de slag gaat in een team waarin hij of zij niemand kent. Dat kan erg eenzaam zijn.’ Voor veel ervaringsdeskundigen is juist de combinatie tussen lotgenotencontact en van betekenis kunnen zijn voor anderen erg waardevol. Mariënne en Nellieke vinden dan ook dat die combinatie mogelijk moeten blijven binnen het beroep, vooral voor de vaak jonge ervaringsdeskundigen die actief zijn in de jeugdhulp.
Redactie: Dieuwke de Boer, eindredactie: ZonMw