'Bij al deze vrouwen is dankzij De Nieuwe Toekomst een proces in gang gezet'

Voor vrouwen die (ex)partnergeweld hebben meegemaakt, is de drempel naar werk vaak erg hoog. De Nieuwe Toekomst, een interventie op het snijvlak van zorg en re-integratie, helpt deze vrouwen op weg. Atria, kennisinstituut voor emancipatie en vrouwengeschiedenis, onderzocht voor Vakkundig aan het Werk de effecten en belangrijke mechanismen.

Aanbevelingen voor gemeenten

  • De Nieuwe Toekomst is een hybride programma op het snijvlak van WMO en Participatie. Zorg ook voor een integrale aansturing.
  • De Nieuwe Toekomst is een traject ná de opvang en voor de re-integratie op weg naar werk. Onderhoud korte lijnen met de hulpverlening en betrek klantmanagers in een vroeg stadium.
  • Vier kleine successen, pas op met te grote verwachting.  De weg van herstel zit vol hobbels

Het zijn schokkende aantallen. 1 op de 5 vrouwen in Nederland is ooit fysiek mishandeld door een (ex)partner. Economische zelfstandigheid van vrouwen kan herhaald slachtofferschap helpen voorkomen. Slachtoffers van partnergeweld – blijkt ook uit internationaal onderzoek – komen echter nogal wat obstakels op de weg naar betaald werk tegen. ‘Ook vrouwenorganisaties en de vrouwenopvang in Nederland maakten zich zorgen, zij constateerden een hiaat in het aanbod, tussen opvang en de weg naar werk’, verduidelijkt Suzanne Bouma, onderzoeker bij Atria.

Die breed gedeelde zorgen leidden in 2012 tot De Nieuwe Toekomst. Een eenjarig programma voor vrouwelijke slachtoffers van partnergeweld. De deelnemers aan de interventie beginnen de eerste 3 maanden in groepsverband en onder de begeleiding van een trainer met het maken van een persoonlijk ontwikkelingsplan. Bouma: ‘Het zelfvertrouwen van deze vrouwen is vaak erg laag. Vragen als wie ben ik, wat zijn mijn talenten, wat wil ik, zijn daarom belangrijk. Deelnemers hebben vaak al zo lang niet meer over hun toekomst na durven te denken.’

‘Bij niet iedereen staat werk bovenaan de lijst’

Vervolgens geven de vrouwen – onder begeleiding van een vrijwillige coach – hun plan handen en voeten. Tijdens het programma wordt ook aandacht besteed aan praktische zaken als cv-opbouw, sollicitatietraining, netwerken. ‘De vrouwen die deelnemen aan De Nieuwe Toekomst zijn heel divers’, zag Bouma. ‘Verschillende achtergronden, hoog- en laagopgeleid, wel en geen werkervaring. Geen verhaal is hetzelfde.’ Ook de doelen die de vrouwen zichzelf stelden, liepen uiteen. ‘Niet bij alle vrouwen stond werk bovenaan, een aantal wilde liever eerst een opleiding volgen of aan hun gezondheid of netwerk werken.’

Dat verklaart volgens Bouma ook deels waarom er geen significante effecten zijn gevonden van De Nieuwe Toekomst op het gebied van betaald werk. ‘We zagen wel dat de vrouwen die De Nieuwe Toekomst volgen vaker werkten dan de vrouwen die het programma niet volgen, maar de verschillen tussen deze groepen zijn klein en niet significant.’

Suzanne Bouma

Afbeelding

Senior onderzoeker bij Atria. Suzanne voert onderzoek uit op de thema’s emancipatie, partnergeweld, economische zelfstandigheid en diversiteit. Het onderzoek voor ZonMw vormt ook de basis van haar promotietraject aan de Universiteit van Amsterdam waarin de vraag naar de waarde van werk in het voorkomen van en herstellen na partnergeweld centraal staat.

Onderzoek naar de effecten van De Nieuwe Toekomst

Bouma onderzocht tussen 2018-2021 in het kader van Vakkundig aan het Werk de effecten van De Nieuwe Toekomst, in totaal namen 137 vrouwen uit zestien gemeenten deel aan het onderzoek. De procesevaluatie is uitgevoerd in 10 gemeenten en in 2 daarvan zijn observaties verricht. Aanvullend zijn interviews afgenomen met 12 deelnemers.

‘Het feit dat er geen significante effecten zijn gevonden op betaald werk heeft meerdere oorzaken’, zegt Bouma. Dit heeft deels met de uiteenlopende achtergronden en participatiedoelen van de vrouwen te maken, maar ook met de complexe weg van herstel.  Veel van de deelnemers zijn het slachtoffer van zowel fysiek, emotioneel als economisch geweld.  ‘Soms mochten ze niet werken van hun partner, moesten ze het geld afstaan of hadden ze geen controle over de uitgaven.’ Dit is een vorm van geweld waar in Nederland te weinig aandacht voor is, zegt Bouma.

‘Het zelfbeeld moet stapje voor stapje worden hersteld’

Impact van emotioneel geweld op zelfbeeld en zelfvertrouwen

‘We moeten ook de impact van emotioneel geweld niet onderschatten. Deze vrouwen hebben vaak jaren achter elkaar te horen gekregen dat ze niets kunnen, dat ze nergens goed voor zijn. Dat zelfbeeld en zelfvertrouwen moet stapje voor stapje worden hersteld. Het mooie van De Nieuwe Toekomst is dat de vrouwen een jaar de tijd krijgen om hieraan te werken. Waarbij het onderling contact erg belangrijk is. Zonder openlijk over het geweld of ervaringen te spreken, begrijpen deze vrouwen elkaar.  Ze herkennen bepaalde mechanisme, het lage zelfbeeld, het gebrek aan vertrouwen. En door elkaar advies en complimenten te geven, helpen ze zichzelf ook weer.’ Het onderzoek laat dan ook zien dat De Nieuwe Toekomst door een reeks aan werkzame mechanismen, waaronder peer-support, een sociaal proces in gang zet dat leidt tot belangrijke resultaten.

Want ondanks dat significante effecten ontbreken, zijn er volgens Bouma wel degelijk andere opbrengsten. ‘We zagen longitudinale effecten die een goede indicatie geven dat De Nieuwe Toekomst op lange termijn samenhangt met een betere ervaren mentale gezondheid en minder spanningsklachten. Er wordt echt een proces in gang gezet. Die persoonlijke groei was voor projectleider en deelnemers ook de meest opvallende verandering.’

Waarde van werk

Bouma, die haar promotieonderzoek aan de Universiteit van Amsterdam doet naar de waarde van werk in het herstel na partnergeweld, weet hoe sterk in Nederland het geloof in de waarde van werk is. ‘Werk als de beste zorg, als het beste medicijn, dat zit heel diep verankerd in onze samenleving. Ook in het beleid. Maar voor deze vrouwen zitten er ook negatieve kanten aan werk. Op de werkvloer is bijvoorbeeld weer sprake van een andere afhankelijkheidsrelatie, die niet altijd bevorderlijk is voor het herstel. Maar ook kan de omgeving, waaronder haar partner, slecht reageren op de stappen die de vrouw zet.’

‘De vraag is of we herstel bij deze vrouwen niet voorop moeten stellen’

 ‘We namen die veranderingen zelf ook waar. Ik herinner me een vrouw die bij de start van de training altijd met een capuchon op en met het hoofd op tafel, erbij zat. Er speelde nog van alles thuis. Maar naar mate het jaar vorderde en ze begon te vertellen over haar werkervaring, bloeide ze helemaal op. Bij de certificaat uitreiking zag ze er totaal anders uit. Qua kleding, maar ook houding. Ik herkende haar bijna niet meer.’

Grote stappen, kleine treden

En het zijn dit soort processen die zich lastig in een effectmeting laten vangen, weet Bouma. ‘Het is geen simpel verhaal. Daarom ben ik zo blij dat we in dit onderzoek ruimte hebben gekregen voor zowel een effectmeting als procesevaluatie. Dat is zo waardevol. Voor deze vrouwen zijn dit namelijk echt hele grote stappen. En alle vrouwen – hoe verschillend hun achtergrond ook – zetten gedurende het programma deze stappen.’

Deze stappen zijn te vergelijken met de treden van de participatieladder. ‘Professionals zeggen ook dat die eerste stappen op de participatieladder het moeilijkst, het hoogst zijn. De treden lijken misschien even groot, maar dat is in werkelijkheid echt niet zo.’

‘De eerste stappen op de participatieladder zijn eigenlijk het moeilijkst’

Voor een hoogopgeleide vrouw met veel werkervaring lijkt de afstand naar de arbeidsmarkt op papier helemaal niet groot. ‘Maar in de praktijk kan die stap voor haar enorm zijn en net zo groot als voor iemand zonder werkervaring of diploma’s.’

Verbinding tussen WMO en Participatiewet

Bouma hoopt dat gemeenten die serieus voor deze doelgroep het verschil willen maken, met De Nieuwe Toekomst aan de slag gaan. ‘Dit is echt het ontbrekende puzzelstukje, andere soortgelijke hybride programma’s zijn er niet. Zie het als een nazorgtraject van de opvang én als een voortraject voor re-integratie.’

Maar Bouma constateerde dat elke gemeente het programma op een andere manier invult. 'De Nieuwe Toekomst is echt een integraal programma dat zich op het snijvlak van zorg en arbeidsparticipatie begeeft’, benadrukt Bouma. ‘Dat is heel mooi, maar tegelijkertijd ook een valkuil. De Nieuwe Toekomst verbindt letterlijk verschillende domeinen en dat blijkt lastig in de praktijk.’ Zo wordt de interventie in de ene gemeente als nazorgtraject van de vrouwenopvang beschouwt en ziet de andere gemeente het als een re-integratietraject en stelt deze te onrealistische eisen aan de uitstroom naar werk.  

Ze pleit er dan ook voor om het programma zowel vanuit WMO als de Participatiewet aan te sturen. ‘Dit is geen doorsnee re-integratiegroep. Ja, De Nieuwe Toekomst is een toekomst- en oplossingsgericht programma, maar de trainers moeten tegelijk oog hebben voor mogelijke signalen van geweld. Korte lijntjes met de hulpverlening en de opvang zijn daarom erg belangrijk.’

Een andere belangrijke tip is om al vroegtijdig contact te leggen met de klantmanager over de haalbaarheid van de plannen van de deelnemers. ‘Als een vrouw graag een opleiding wil doen, kan dat dan? Wie gaat dat financieren? Deze vrouwen hebben allemaal stuk voor stuk heel veel moeite met vertrouwen. In zichzelf, in de wereld om hen heen en in hun toekomst. Als hun plan dan ook weer in duigen valt, dan helpt dat niet bij het herstel.’

Vakkundig aan het werk

Om gemeenten beter op weg te kunnen helpen, voert ZonMw op verzoek van het ministerie van SZW en in nauwe samenwerking met Divosa, SAM, VNG, UWV en VWS het kennisprogramma Vakkundig aan het werk uit. Dit programma levert kennis op voor gemeenten om de dienstverlening op het terrein van Werk en Inkomen te verbeteren. Onder meer over effectieve aanpakken om vergunninghouders te ondersteunen in het krijgen en behouden van regulier betaald werk.

Meer informatie

Blijf op de hoogte van het laatste nieuws

Op de themapagina Werk leest u altijd het laatste nieuws. Bijvoorbeeld over de subsidieoproepen en gehonoreerde projecten. Wilt u niets missen, abonneer u dan op de Preventienieuwsbrief of volg ons op LinkedIn.