Samen met vijf uitvoeringsorganisaties ontwikkelde de Hogeschool Utrecht een alternatieve budgetcursus, aan de hand van de laatste wetenschappelijke inzichten. Hoewel deze effectiever blijkt dan geen cursus, is er geen verschil gevonden tussen de effectiviteit van de traditionele en alternatieve cursus.
Bijna 20 procent van de Nederlandse huishoudens loopt het risico problematische schulden te ontwikkelen of heeft die al. Om mensen te leren beter met geld om te gaan, biedt ruim 60% van de Nederlandse gemeenten een veelgebruikte budgetcursus aan. Veelal is dat een cursus van het Nibud.
Onderzoekers van de Hogeschool Utrecht zetten samen met vijf uitvoeringsorganisaties een aangepaste cursus op, gebaseerd op de laatste gedragswetenschappelijke inzichten. Cursisten krijgen in deze cursus niet zozeer financiële kennis en vaardigheden aangeleerd, zoals bij de traditionele budgetcursus, maar worden uitgedaagd na te denken over hun dagelijks handelen. Ze inventariseren op welke gebieden zij de meeste problemen ervaren, leren over de invloed van stress, faalervaringen en geloof in eigen kunnen en maken ieder een eigen doel-actieplan.
Met hulp van Wageningen University & Research werden de effecten vergeleken van deze aangepaste cursus, de traditionele versie en het niet volgen van een cursus. De vijf maatschappelijke organisaties die deelnamen aan het onderzoek houden zich bezig met schuldenproblematiek. Uit het onderzoek blijkt dat zowel de aangepaste als de traditionele budgetcursus positieve effecten hebben.
In drie organisaties volgde een groep deelnemers een aangepaste cursus en volgde een andere groep geen cursus. In de andere twee organisaties werden zowel de aangepaste als de traditionele cursus gegeven. Daarnaast namen de onderzoekers vragenlijsten en diepte-interviews af bij deelnemers en trainers. Uitkomstmaten waren financiële kennis en vaardigheden, financieel-psychologische uitkomsten, financieel gedrag, financieel welzijn en de financiële situatie van cliënten.
Cursisten uit beide groepen stelden vast dat zij na afloop financieel vaardiger waren en hun geldzaken beter bijhielden, terwijl mensen die geen budgetcursus volgden geen vooruitgang zagen. De onderzoekers vonden geen significante verschillen in effectiviteit tussen de twee cursussen. Wel bleek dat deelnemers aan de aangepaste budgetcursus meer vertrouwen hebben dat ze hun doelen kunnen bereiken. Ze hebben meer inzicht gekregen in hun valkuilen. Ook weten ze hoeveel geld ze in de toekomst nodig hebben.
Bovendien zijn volgens de trainers van de aangepaste cursus de deelnemers enthousiaster en beter gemotiveerd dan bij de traditionele cursus. Volgens onderzoekster Tamara Madern van de Hogeschool Utrecht komt dat vooral doordat ze hun cursus zelf mogen samenstellen. ‘Een nadeel daarvan is wel dat sommige onderwerpen niet aan bod komen, omdat de deelnemers daar niet om vragen. En dat zijn soms onderwerpen die de trainer eigenlijk wel belangrijk vindt.’
‘Het was een hele fijne groep en ik vond het wel fijn daarin om ook voor andere mensen mee te denken over wat ze konden doen met zo’n vraag.’ Cursist aangepaste budgetcursus
De onderlinge uitwisseling van ervaringen, het zelf aan de slag gaan met hun financiën en de kwaliteiten van de trainer werden genoemd als succesfactoren. Taalverschillen in de groep kunnen een belemmering zijn bij het volgen van een budgetcursus. De resultaten van het onderzoek zijn verwerkt in een handreiking voor gemeenten.
Het Nibud heeft mede op basis van dit onderzoek de materialen voor de budgetcursus ‘Omgaan met geld’ aangepast. Zo is er meer aandacht voor ervaringen delen in de nieuwe opzet. Bovendien is de opzet nu volledig modulair. Een trainer kan hierdoor zijn training geheel vrij vormgeven, maar er ook voor kiezen een vast stramien aan te houden.
Bovenstaand artikel is in iets beknoptere vorm eerder verschenen in het ZonMw-magazine Mediator, nr. 40.