Armoede. Racisme. Discriminatie. Genderongelijkheid. Schulden. Volgens laagbetaalde zorgverleners in de ouderenzorg zijn dit belangrijke, vaak verzwegen oorzaken van hun gezondheidsklachten. Dit blijkt uit onderzoek van de vakgroep ethiek en recht van het Amsterdam UMC. Onderzoeker Saskia Duijs: ‘Met hulp van foto’s hebben wij deze thema’s zichtbaar kunnen maken. Wij staan letterlijk stil bij thema’s die te lang verborgen zijn gebleven.’
Wat je niet ziet’, zo luidt de titel van het boek dat de onderzoeksgroep van Saskia Duijs op 31 augustus presenteert. Het is een bijzonder boek, opvallend geel gekleurd en laagdrempelig geschreven. Wat het vooral bijzonder maakt, zijn de indringende foto’s van 4 laagbetaalde zorgmedewerkers in de ouderenzorg. Elk van hen doet een even persoonlijke als gedurfde oproep om niet langer te zwijgen.
‘Racisme is een verborgen en onbesproken wortel van verzuim, uitval en ziekte’, zegt bijvoorbeeld verzorgende en mantelzorger Oliva Plak. ‘Ik heb ondervonden dat racisme en discriminatie een grote impact heeft op je gezondheid en werkplezier. Ik wil dat racisme, discriminatie en uitsluiting met al zijn onzichtbare wortels eruit getrokken wordt.’
Yvonne Jaspers, gastvrouw in de zorg en mantelzorger, belicht op haar beurt de verborgen last van armoede en schulden. ‘Je bent onzichtbaar. Je schaamt je. Het is een grote drempel om te moeten zeggen: Ik red het niet. Je schaamt jezelf ervoor dat je in zo’n situatie terecht bent gekomen. Zo wordt er ook naar je gekeken, alsof het je eigen schuld is.’
Zowel Plak als Jaspers zijn (ook) co-onderzoekers van promovenda Saskia Duijs. Dit behoeft enige uitleg. Samen met collega’s van de vakgroep Ethiek, recht en humaniora aan het Amsterdam UMC startte Duijs vier jaar geleden dit onderzoek, gefinancierd door het Kennisprogramma Gender en Gezondheid van ZonMw. Het betreft een participatief actieonderzoek, met hulp van de zogeheten photovoice methodiek (zie kader).
In de eerste fase van dit onderzoek hebben zorgmedewerkers en mantelzorgers aan de hand van foto’s van hun (privé)leven en werk uitgebeeld waarom én hoe hun gezondheid onder druk staat. Met het resultaat, gecomprimeerd in fotocollages, zijn sommigen van hen vervolgens collega’s in het hele land gaan interviewen. Vanaf dat moment waren zij dus co-onderzoekers, in nauwe samenwerking met Saskia Duijs en Petra Verdonk, verbonden aan genoemde vakgroep van het Amsterdam UMC, en Tineke Abma, verbonden aan Leyden Academy. Ook fotograaf Janine Schrijver deed mee aan dit onderzoek, waarop Duijs eind dit jaar promoveert.
In het boek ‘Wat je niet ziet’ spelen de foto’s van Schrijver een hoofdrol. Van elke geportretteerde co-onderzoeker bevat het boek 2 foto’s. Op de 1e foto staan ze onzichtbaar, alleen hun contouren laten zien dat het om een mens gaat. Pas op de 2e foto kan je zien wie het is, waarbij de achtergrondomgeving nog steeds dezelfde is. Elementen in die omgeving illustreren de belangrijkste boodschap van deze ouderenzorgmedewerkers: een boomwortel verbeeldt bijvoorbeeld racisme, zware tassen staan voor de last van mantelzorg, armoede en schuld.
Bij elke foto staat een QRcode, waarmee de lezer toegang krijgt tot een kort audiofragment dat de geportretteerden zelf inspraken. De stemmen van de vrouwen klinken krachtig, soms ook fel. Jaspers besluit haar boodschap met een oproep: ‘Ik wil dat zorgorganisaties na gaan denken: willen ze mensen hulp bieden? Hoe kun je aandacht hebben voor de stress van je medewerkers? Hoe kan je ze meer houvast bieden? Wat doen zij om medewerkers met schulden te helpen en te ondersteunen En vooral: zien ze ons?’
Volgens Duijs is hiermee de essentie van 4 jaar onderzoek vertaald naar deze 4 portretten. Ieder portret agendeert een verborgen en verzwegen reden die de gezondheid van zorgverleners onder druk zet, maar waar op de werkvloer en in de samenleving onvoldoende aandacht voor is. Veel rapporten die over de ouderenzorg verschijnen, benoemen wel de werkdruk en administratieve lasten, maar zwijgen over discriminatie en armoede onder zorgprofessionals. Duijs: ‘De foto’s in het boek bekritiseren de onzichtbaarheid van zorg in onze samenleving, en specifiek de onzichtbaarheid en lage waardering van de zorg voor ouderen. Dit maakt dat veel laagbetaalde zorgverleners ervaren dat ze niet gezien en gewaardeerd worden.’
Volgens Duijs laten de verhalen vooral goed zien dat thema’s als armoede, racisme, discriminatie en gender met elkaar samenhangen én op elkaar inwerken. Intersectionaliteit, heet dit (zie kader). Onderzoekers en co-onderzoekers raakten er samen steeds dieper van doordrongen dat lichamelijke en mentale gezondheidsklachten geen individuele oorzaak hebben, maar door die ongelijkheden op het werk en in de samenleving veroorzaakt worden. Duijs: ‘Zo vertelden ze het ons ook: dit is wat ons werk onder déze omstandigheden met ons doet. Kijk maar hoe deze laagbetaalde banen in de ouderenzorg gewaardeerd en beloond worden, en hoe ons werk georganiseerd is.’
In onderzoek met een intersectionele benadering worden niet alleen de verschillende dimensies van diversiteit onderzocht (zoals gender, etniciteit, leeftijd, inkomen, opleiding), maar ook de wisselwerking tussen deze verschillende dimensies en de vraag hoe dit samenhangt met (gezondheids)verschillen tussen en binnen groepen mensen. Kortom, het gaat om de complexe samenhang, wisselwerking én interactie tussen verschillende kenmerken van diversiteit en sociale ongelijkheid.
In het programma Gender en Gezondheid heeft ZonMw het gebruik van een intersectioneel perspectief bewust gestimuleerd. Op basis van een van de gesubsidieerde studies is een praktische handleiding gemaakt voor secundaire intersectionele analyses in kwalitatief gezondheidsonderzoek. In deze handleiding komen de theoretische achtergronden maar vooral de uitvoering aan bod: hoe kan intersectionaliteit in analyses worden toegepast? De handleiding wordt ook vertaald in het Engels.
De uitkomsten van dit onderzoek zijn relevant voor de grote maatschappelijke en politieke vraagstukken van deze tijd. Het laatste hoofdstuk van het boek beschrijft dan ook ‘oplossingsrichtingen’ op individueel, organisatorisch en politiek niveau (zie kader). Bovenal hopen de onderzoekers dat de portretten en verhalen in dit boek een denkproces op gang brengen. ‘Je laten raken is immers de eerste stap naar verandering’, weet Duijs.
De 4 vrouwen uit het boek willen hier graag bij helpen. Samen willen ze workshops gaan geven aan zorgprofessionals, HRM-professionals en bedrijfsartsen in de ouderenzorg. De 8 foto’s reizen dan als fototentoonstelling mee. Duijs geeft toe ‘verrast’ te zijn door de voelsprieten van deze ouderenzorgmedewerkers. ‘Er wordt vaak gezegd dat mensen met een kortere opleiding minder verbaal zijn, maar niets is minder waar. Zij zijn ongelooflijk scherp, slim en mondig. Ik heb zo vaak uitspraken opgeschreven die zo raak zijn. En hun neus voor actuele thema’s is geweldig.’
In het boek ‘Wat je niet ziet’ beschrijven de onderzoekers op 3 niveaus oplossingsrichtingen die de gezondheid en het werkplezier van laagbetaalde zorgprofessionals kunnen verbeteren. Daar is verandering voor nodig, op onderstaande niveaus:
Het onderzoek van Duijs en haar collega’s is een participatief onderzoek. De kern van dit onderzoek is met en van elkaar leren, en al doende bij te dragen aan verandering. In de eerste fase van het onderzoek is daarbij de photovoice methodiek gebruikt.
Photovoice is een methodiek om je leven letterlijk in beeld te brengen door middel van fotografie. In deze fase hebben de deelnemers (medewerkers in de ouderenzorg en mantelzorgers) meer dan 23.000 foto’s gemaakt. Deelnemers konden daaruit zelf de foto’s kiezen die voor hen belangrijk waren. Aan de hand van foto’s gingen de onderzoekers daarover met de deelnemers in gesprek, soms namen daar ook beleidsmakers en zorgorganisaties aan deel.
Photovoice geeft veel ruimte aan deelnemers om te bepalen wat voor hen zelf belangrijk is. De thema’s uit dit project hebben de agenda bepaald voor het verdere onderzoek.
Een handleiding over photovoice is geschreven door Lisa Wilderink van het Amsterdam UMC. Zij gebruikte deze methode voor haar onderzoek naar de gezondheid van inwoners van de stad Zwolle.
Tekst Gonny ten Haaft - Portretten van Yvonne Jaspers, Olivia Plak, Usha Jhingoeri en Naziha Senoussi: fotograaf Janine Schrijver - Portretfoto Saskia Duijs: eigen archief