‘Wij willen voor jongeren het kastje én de muur zijn’

Hoe kunnen gemeenten jongeren met een bijstandsuitkering doelgerichter naar werk of een opleiding begeleiden? Consulenten van enkele Friese gemeenten ontwikkelen daarvoor zelf een betere route. Anita Beekhuizen van de gemeente Leeuwarden is een van de deelnemers. ‘Sneller met jongeren in contact komen, dat is een cruciale factor.’
1 / 1

Belangrijkste tips voor gemeenten

  • Laat consulenten zelf hun nieuwe werkwijze ontwikkelen, zodat zij er zelf helemaal achter staan.
  • Zorg voor steun in het managementteam en de rest van de organisatie, want het ontwikkelen van een nieuwe werkwijze vraagt een grote tijdsinvestering en veranderingsbereidheid.

Als klantmanager heeft Anita Beekhuizen contact met zo’n tachtig jongeren uit Leeuwarden, die ze naar werk, school of een andere vorm van participatie begeleidt. Zeventig procent van deze jongeren heeft geen startkwalificatie.

Ze ziet de vraagstukken waarmee deze jongeren worstelen steeds complexer worden. ‘Ze hebben vaker dan voorheen een psychische diagnose, kampen gemiddeld met hogere schulden en willen vaak geen hulp’, somt Beekhuizen op. ‘Jongeren die binnen zes maanden uitstromen zitten er bijna niet meer bij. De ingewikkelde cases blijven over.’

De consulenten hebben behoefte aan meer houvast: een heldere lijn hoe ze jongeren gerichter kunnen begeleiden richting werk en school. ‘We bieden maatwerk, maar we willen wel graag weten wat de beste manieren zijn om jongeren zo efficiënt en effectief mogelijk te laten uitstromen richting werk en school’, zegt Beekhuizen. ‘We zijn nieuwsgierig wat dat bijvoorbeeld voor onze gespreksvoering betekent.’

Jongeren eerst

De gemeente Leeuwarden wil het aantal inwoners met een bijstandsuitkering (nu ruim 5600) flink terugdringen. Naast een aantal andere maatregelen richt de gemeente zich allereerst op jongeren die langer dan zes maanden een uitkering krijgen.
Een belangrijke keuze, vindt Selma Altena, stafmedewerker bij de gemeente Leeuwarden. ‘Als wij voor deze groep de zaken beter kunnen regelen, hebben zij daar de rest van hun leven profijt van.’

In het project van Vakkundig aan het werk onderzoeken consulenten wat de werkzame elementen zijn bij de begeleiding van jongeren en wat er beter kan. Zij ontmoeten elkaar daarvoor in leernetwerken, die begeleid worden door Wietske Dijkstra en Ieta Berghuis van NHL Stenden Hogeschool.

Andere Friese gemeenten hebben zich hierbij aangesloten. Dat zijn de Fryske Marren en de Dienst Sociale Zaken en Werkgelegenheid Noardwest Fryslân (samenwerkingsverband van Harlingen, Terschelling, Vlieland en Waadhoeke). 

Professionele handelingswijze

De gemeente Leeuwarden zoekt naar ‘evidence based’ handelingswijzen voor consulenten om jongeren uit de bijstand te laten uitstromen. De consulenten onderzoeken daarvoor in leernetwerken naar een effectieve professionele handelingswijze: wat werkt wel en wat werkt niet, welke instrumenten zijn het meest effectief voor wie en hoe komt de consulent tot de juiste keuze voor een instrument? Ook onderzoeken zij de meest efficiënte gespreksvoering, zodat jongeren in beweging komen.

Kijk voor meer informatie op de projectpagina Werken naar evidence based handelingswijzen voor consulenten om jongeren uit de bijstand te laten uitstromen. 

Geen harnas

Het eerste idee was om een gezamenlijke werkwijze te ontwikkelen die het meest effectief is bij de bevordering van de uitstroom. De consulenten reageerden daar huiverig op, want zij zitten niet te wachten op een strak ‘harnas’.

‘We bewegen binnen de lijnen van de wet, maar je moet wel vrijheid voelen’, zegt Beekhuizen. ‘Bij onze jongeren werkt het ook niet als je precies zegt hoe het moet. We gaan als consulenten naast de jongeren staan en vragen: wat wil je? Daarna lopen we samen op. Zo werkt het voor ons ook bij de ontwikkeling van een gezamenlijke aanpak.’

Bij de ontwikkeling van de handelingswijze en de toolbox zijn de consulenten zelf aan zet. De begeleiders houden zich in het leernetwerk nadrukkelijk alleen bezig met het stellen van vragen en het kiezen van werkvormen. Wat werkt er goed? Waarom zeg je bij de ene jongere dat je hem of haar graag snel weer wilt zien en bij de andere niet?

‘De kracht van de consulenten is hun flexibele mentaliteit om in mogelijke oplossingen te denken’, zegt Dijkstra. ‘De beoogde uitkomst is dan ook zeker geen harnas, maar de ontwikkeling van een zogeheten ‘professionele handelingswijze’.’

Nazorg is belangrijk

Allereerst is een route ontworpen, die de consulent samen met de jongere aflegt bij de aanvraag voor een uitkering en de diverse stappen die daarna komen. Op dit moment ligt het eerste prototype klaar in de vorm van een grote flap met papieren, pijlen en geeltjes, die de keuzemomenten voor de consulenten weergeven. Ook de verschillende opties voor begeleiding en toeleiding naar werk of studie staan erop aangegeven.

Aan de hand van literatuur, praktijkervaringen, testen en gesprekken met de focusgroepen werken de deelnemers aan de leernetwerken stap voor stap aan de verbetering van deze eerste versie. De ideeën voor werkzame elementen kunnen vervolgens een vaste plek krijgen in deze handelingswijze.

Een van die elementen is nazorg, zo komt uit dit project naar voren. De jongeren uit de focusgroep gaven namelijk aan dat zij dat erg belangrijk vonden om terugval te voorkomen.

Interessante reflecties

Parallel aan de leernetwerken volgen de onderzoekers Marja Nijboer en Annelies Rietdijk alle 23 consulenten van de gemeente Leeuwarden bij al hun contacten met één jongere. Dit duiden zij aan als de ‘n=1 studie’. Telkens krijgen consulenten van de onderzoekers de vraag om precies aan te geven welke instrumenten ze hebben ingezet voor de jongere, waarom ze die keuzes maakten en wat dat oplevert.

‘Consulenten worden zich bewuster van wat ze eigenlijk doen’, geeft Rietdijk aan. ‘Door onze vragen weten ze beter te benoemen wat ze doen en waarom. De meeste werkzame elementen uit de wetenschappelijke literatuur passen ze overigens al toe, maar ze zetten die elementen nu bewuster in.’

'Consulenten worden zich bewuster van wat ze eigenlijk doen'

Succesfactor

Vanuit de wetenschappelijke literatuur brengen de onderzoekers Marja Nijboer en Annelies Rietdijk eveneens kennis in bij de leernetwerken, zoals een lijst met succesfactoren voor de toeleiding naar werk. Zo’n factor is het eerste contact met de jongere: een goed verlopen eerste contact zorgt voor een beter verloop van de rest van het traject. De gemeente gaat daarom voortaan tijdens de verplichte zoekperiode al praten met de aanvrager in plaats van eerst het einde van die periode af te wachten.

Wat levert het ontwikkelingstraject nog meer op? ‘We hebben opnieuw ontdekt dat we als consulenten best veel passie hebben voor dit werk’, zegt Anita Beekhuizen. ‘Dat is fijn. Het is bovendien erg interessant om bij andere gemeenten een kijkje in de keuken te krijgen.’
‘Hoe beter we elkaar kennen, hoe makkelijker we de jongeren kunnen helpen, vervolgt ze. ‘Jongeren worden tot nu toe telkens van het kastje naar de muur gestuurd. Wij streven naar één contactpersoon, want wij willen het kastje én de muur zijn voor deze jongeren. Als je al een rugzak hebt, wil je niet steeds opnieuw je verhaal vertellen.’

1 / 1

Vakkundig aan het werk

Om gemeenten beter op weg te kunnen helpen, voert ZonMw op verzoek van het ministerie van SZW en in nauwe samenwerking met Divosa, SAM, VNG, UWV en VWS het kennisprogramma Vakkundig aan het werk uit. Het programma is onderdeel van een bredere beweging in de sector werk en inkomen om meer methodisch en evidence based te werken (gebaseerd op wetenschappelijke inzichten). De vragen en behoeften van gemeenten staan centraal. Wat is een effectieve manier om te bevorderen dat zo veel mogelijk mensen (regulier) betaald werk vinden en houden? En hoe kan het lokale bestuur effectief bijdragen aan het verminderen van armoede en problematische schulden?