Complexe interventies: gelijkwaardig speelveld voor onzekere uitkomsten

Interview met Martin van der Graaff, voorzitter commissie Complexe Interventies
In de GGG-subsidieronde Complexe Interventies staat een multifactoriële interventie centraal die uit meerdere op elkaar ingrijpende componenten bestaat. Er zijn diverse disciplines/zorgverleners bij de interventie betrokken.

Wat is een complexe interventie?

‘Voor mij gaat het vooral om een interventie met verschillende actoren die normaal gesproken niet samenwerken, maar dat nu wel moeten doen om resultaten te boeken. In het geval van geneesmiddelengebruik gaat het bijvoorbeeld om interventies rond polyfarmacie, therapietrouw of medicatieoverdracht. Soms ontdek je dat je meerdere ketenpartners nodig hebt om wat te bereiken. Om een voorbeeld uit de gezondheidsbevordering te noemen: je weet misschien alles over het verband tussen calorieën en overgewicht. Maar zonder expertise over gedragskeuzes beweeg je mensen niet tot een ander eetpatroon. Je zult jouw expertise dus moeten verbinden met die van gedragsexperts. Samenwerking is dus nodig, maar je project wordt logistiek dan wel een stuk ingewikkelder. En het wordt ook moeilijker om de haalbaarheid in te schatten.’

Waarom een speciale subsidieronde?

‘Complexe interventies ontwikkelen zich gaandeweg. Pas in de praktijk ontdek je of een interventie met veel ketenpartners haalbaar is en kan worden geïmplementeerd. Omdat je van tevoren nog veel niet weet, krijg je zo’n project in normale subsidierondes vaak niet gehonoreerd. Als je in de open ronde moet meedingen met voornamelijk enkelvoudige interventies, maken die laatste meestal meer kans. Daar zitten gemiddeld immers minder onzekerheden in. Met deze aparte subsidieronde voor complexe interventies willen we een gelijkwaardig speelveld creëren. Zodat ook de langduriger trajecten met grote logistieke uitdagingen en meerdere partijen zich kunnen gaan bewijzen.’

Wat wil ZonMw met deze subsidieoproep bereiken?

‘Het gaat er uiteindelijk om dat de gehonoreerde projecten niet alleen wetenschappelijk robuuste resultaten opleveren, maar dat die resultaten ook leiden tot een verandering van de praktijk. We zitten er tegenwoordig bovenop dat bij de projecten vanaf het begin alle relevante expertise voor implementatie in de projectgroep aanwezig is. We letten er dus op dat gedragswetenschappers betrokken worden vanwege de benodigde veranderingen in de concrete uitvoeringspraktijk, maar bijvoorbeeld ook farmaco-economische expertise voor de doorrekening van resultaten. Dat laatste is belangrijk als je veranderingen in de praktijk ook vergoed wilt zien door verzekeraars, zelfs als dat bijvoorbeeld een Diagnose Behandel Combinatie (DBC) wat duurder maakt. Een overtuigend verhaal over kosteneffectiviteit – hoeveel verdien je over de hele keten gezien terug – helpt daarbij.’

Tekst: Marc van Bijsterveldt (mei 2021)