Jongerenparticipatie in onderzoek is essentieel. Want samen onderzoek doen met jongeren zorgt ervoor dat de aanpak en uitkomsten beter aansluiten bij hun behoeften en leefwereld. Maar hoe betrek en behoud je jongeren eigenlijk? Wanneer ben je verantwoord bezig? En wanneer is jongerenparticipatie een succes? Deze vragen stonden centraal tijdens de bijeenkomst, georganiseerd door ZonMw en het NJi.
Ook binnen de Regionale Kenniswerkplaatsen Jeugd (RKJ’s) is jongerenparticipatie essentieel. Toch blijkt het voor de werkplaatsen niet altijd even makkelijk om voldoende jongeren te werven en ze duurzaam te betrekken. Tijdens de bijeenkomst kregen de coördinatoren van de werkplaatsen de juiste handvatten om mee aan de slag te gaan. Ze gingen in gesprek over jongerenparticipatie binnen hun eigen werkplaats. Over projecten waarin dit succesvol lukt, hindernissen waar ze tegenaan lopen en/of wat het vraagt van onderzoekers. En ze delen hun gouden tips voor jongerenparticipatie.
• Ruim (genoeg) tijd in voor jongerenparticipatie in je begroting.
• Onderhoud (informeel) contact met jongeren.
• Denk steeds na wat de betrokkenheid voor jongeren (en ouders) oplevert.
• Durven en doen, ook als het buiten de comfortzone ligt.
• Doe het samen met jongeren.
• Durf bepaalde taboes te bespreken.
• Vertrouw op je ervaringsdeskundige jongeren.
• Blijf je realiseren dat ervaringsdeskundige jongeren mensen zijn.
Eén van de RKJ’s is de RKJ IJsselland ‘Samen Normaliseren’. Zoals de naam al verraad focust deze werkplaats zich op normaliseren, ontzorgen en de-medicaliseren. Dit doen ze met 4 projecten die elkaar versterken. Tijdens de inspiratiesessie gingen ze dieper in op het project ‘Doen we nog wel normaal?’ Waarin ze samen met jongeren, ouders en hulpverleners Participatief Actie Onderzoek uitvoeren over normaliseren.
‘Participatief’ omvat het in co-creatie met elkaar aan de slag gaan met actuele thema’s uit de maatschappij, ‘actie’ de inbreng van ervaringen van de concrete producten waar ze aan werken en ‘onderzoek’ de verbinding tussen wetenschappelijke-, praktijk- en ervaringskennis. Deze aspecten komen samen in het project.
Participatie ontstaat pas als er sprake is van een gezamenlijk doel. Voordat het mogelijk is een gezamenlijk doel op te stellen, is het van belang om in de onderlinge relatie van de deelnemers te investeren en draagvlak te creëren. Een veilige omgeving waar de deelnemers weten wat ze aan elkaar hebben geeft vertrouwen. Vertrouwen geeft vervolgens meer ruimte voor het delen van persoonlijke inzichten en ervaringen.
Samen met jongeren aan een project werken is een belangrijk aspect van Participatief Actie Onderzoek. Hierbij gaat het zowel over procesmatig samenwerken als inhoudsmatig samenwerken.
• Deelnemers vormen samen de onderzoeksgroep.
• Deelnemers bepalen zelf waar, wanneer en op welke wijze ze willen onderzoeken.
• Deelnemers helpen met het voorbereiden en uitvoeren van de bijeenkomsten.
• De regie ligt bij de projectleider en de uitvoering bij de onderzoeksgroep.
• Er wordt structuur aangebracht in het ontwerpproces met het Design Thinking Model.
• Deelnemers spreken vanuit hun eigen ervaring.
• Er is oordeelloosheid en respect.
• Ervaringskennis- en deskundigheid zijn dominant ten overstaan van professionals.
• Er is sprake van co-productie en gedeeld eigenaarschap.
• De rol van de deelnemer is creërend en uitvoerend. De rol van de projectleider is om op afstand te sturen.
Het ‘samen doen’ geven ze binnen het project op verschillende manieren vorm. Zo hebben de deelnemers samen met de projectleider een werktrui ontworpen. Iedereen draagt deze naar de bijeenkomst, wat een gevoel van gemeenschap creëert en (een gevoel van) hiërarchie verkleint. Naast de werktrui hebben ze ook een kletspot. Hierin zitten vragen die zelf bedacht zijn door de deelnemers en die uitnodigen om het gesprek aan te gaan met elkaar over normaliseren.
Tijdens de bijeenkomsten pakken ze één of meerdere kaartjes uit de pot en gaan in gesprek over de vragen die erop staan. Tot slot zorgt de projectleider voor een duidelijke terugkoppeling, ook tussen de bijeenkomsten door. Bijvoorbeeld met posters of tekeningen of een update in de whatsapp groep(en). Dit houdt de deelnemers verbonden aan het project.
Het Nivel heeft de Bodymaptool ontwikkeld. Dit is een digitale gesprekstool die jongeren en zorgverleners bewust maakt van de behandellast van een behandeling voor een chronische aandoening, en hen ondersteunt bij het praten hierover. De tool is gezamenlijk ontwikkeld door een team van onderzoekers, zorgverleners en ervaringsdeskundige jongeren.
Onderzoeksvoorstel
Het Nivel wilde het onderzoeksvoorstel voor de Bodymaptool samen schrijven met ervaringsdeskundige jongeren. Hiertoe zetten ze een oproep uit met de vraag of jongeren betrokken wilden zijn. Verschillende jongeren reageerde hierop. Met hen is uiteindelijk het onderzoeksvoorstel geschreven. Deze werd geaccepteerd. De ervaringsdeskundige jongeren bleven betrokken bij het onderzoek. Om dit goed vorm te geven, maakte de onderzoeker participatiepakketjes. Hierin stonden per fase van het onderzoek wat de ervaringsdeskundige jongeren konden doen. Op basis van die pakketjes kozen de jongeren bij welke fasen ze betrokken wilden zijn.
Ontwikkelen en testen
Vervolgens gingen de onderzoekers en ervaringsdeskundige jongeren aan de slag met het ontwikkelen en testen van de tool. Ze ontwikkelden de demoversie. Een brede groep jongeren testte de demoversie middels online workshops.
Analyseren
Na de online workshops was het tijd om te tool te analyseren. De ervaringsdeskundigen gaven aan hier graag betrokken bij te zijn. Dit vroeg een creatieve oplossing, namelijk: coderen via Word. Dit toonde eigenaarschap voor de ervaringsdeskundige jongeren. Maar voor de onderzoeker was deze aanpak spannend. Want lukt dit wel? Komt het de kwaliteit ten goede?
Uiteindelijk is het gelukt, en is de tool verbeterd en afgemaakt op basis van de analyses. Het advies van de onderzoeker is dan ook om creatief en flexibel te zijn. Om buiten de comfortzone te treden als het gaat over jongerenparticipatie.
Verspreiden van resultaten
Na afronding van het onderzoek hebben de onderzoekers en ervaringsdeskundige jongeren zich beziggehouden met het verspreiden van de resultaten. Dit hebben ze gedaan met een kennisbundel en een filmpje. Het filmpje namen ze samen op en de kennisbundel schreven ze samen. Daarnaast zijn ze bezig met 2 wetenschappelijke artikelen. De onderzoeker neemt hierin het voortouw; de ervaringsdeskundige jongeren lezen mee en geven opmerkingen.
Een aantal elementen zorgden voor een effectieve samenwerking tussen de onderzoekers en ervaringsdeskundige jongeren:
- De ervaringsdeskundige jongeren waren van begin tot eind betrokken.
- Er was sprake van gelijkwaardigheid.
- Er was goede communicatie.
- Er was aandacht voor diversiteit.
- De onderzoeker durfde los te laten.
Het programma Regionale Kenniswerkplaatsen Jeugd is gestart in 2020. Met het doel om een lerende omgeving en verbetercyclus in de regio te versterken ten behoeve van het gezond, veilig en kansrijk opgroeien en opvoeden van de jeugd.
In de kenniswerkplaatsen werken organisaties uit het jeugdveld, gemeenten, onderzoekers, opleidingen en ouders en jongeren in een lerende omgeving samen. Zo komen wetenschappelijke kennis, praktijkkennis en ervaringskennis bij elkaar.
Wil je meer weten over de Regionale Kenniswerkplaatsen Jeugd? Bekijk de video of bezoek de website werkplaatsenjeugd.nl