Iedere dokter zou praktijk met onderzoek moeten kunnen combineren

Anske van der Bom is hoogleraar Klinische Epidemiologie bij Sanquin & Leids Universiteit Medisch Centrum. Zij is als lid van de programmacommissie Klinische Fellows verantwoordelijk voor de beoordeling en selectie van de jonge medisch specialisten die een beurs voor dit programma indienen. Dit ZonMw-talentprogramma stelt jonge medisch specialisten in staat naast hun klinische werk ook wetenschappelijk onderzoek te doen.

Kennis die aansluit op de praktijk maakt de zorg beter

Het Talentprogramma Klinische Fellows wil de werelden van kliniek en wetenschappelijk onderzoek met elkaar verbinden en versterken door te investeren in ‘bruggenbouwers’. Jonge gepromoveerde clinici krijgen de kans om deze brugfunctie op te bouwen en hun eigen wetenschappelijke onderzoekslijn op te zetten. ‘Wat onderzoek door deze clinici onderscheidt van ander onderzoek is dat dit onderzoek gewoonlijk goed op de praktijk aansluit. Het maakt de zorg beter. Het is relevante kennis voor de dagelijkse praktijk.’ Eigenlijk, denkt Van der Bom, is 1,2 miljoen euro voor zes onderzoekers veel te weinig. Er zou volgens haar veel meer onderzoek vanuit de praktijk moeten worden gedaan, en financieel gesteund. Iedere dokter zou zo’n kans moeten krijgen, vindt ze.

De lastige taak om de beste kandidaten te selecteren

De beoordelingscommissie voor Klinische Fellows bestaat uit mensen ‘uit het veld’, zoals dat heet. Ze hebben de lastige taak om een selectie te maken uit alle ingediende onderzoeksvoorstellen. Er zijn namelijk veel meer aanvragen van kandidaten dan er beurzen te vergeven zijn. Van der Bom: ‘Ieder commissielid beoordeelt een aantal aanvragers en hun voorstellen aan de hand van vooraf vastgestelde criteria. We vergaderen daarna met z’n allen over alle kandidaten. De kandidaten kunnen reageren op vragen en commentaar en de beste kandidaten worden uitgenodigd voor een presentatie en een interview. Daarna vergaderen we opnieuw, we ranken ze en uiteindelijk selecteren we zes mensen die de beurs krijgen.’

Wat kenmerkt de clinici die praktijk met onderzoek verbinden?

Anske van der Bom heeft als commissielid dus ook de kandidaten gezien en gesproken tijdens de digitale selectie-interviews. Wat valt haar op? ‘Het zijn nieuwsgierige artsen, steeds alert op wat beter kan, juist omdat ze met de voeten in de klei staan. Deze mensen willen praktijk en onderzoek combineren en kunnen het ook. En dat terwijl jonge specialisten het op zichzelf al heel druk hebben en de patiënt vanzelfsprekend altijd voor gaat. Maar deze artsen zijn ook nog goed in onderzoek doen. Onderschat niet wat dit betekent.’ Zij zelf koos in haar begintijd voor onderzoek doen. ‘Het is gemakkelijker om in één ding uit te blinken dan in twee dingen.’

Grotere financiële impuls voor startende klinische fellows

Op de vraag of er nog iets beter kan om praktijk en onderzoek te verbinden, zegt Van der Bom nogmaals: ‘Ja, meer geld. Vertienvoudig het, voor deze anier van onderzoek doen.’ Maar er is ook iets anders dat ze kwijt wil. Eigenlijk zouden deze beurzen echt jonge, getalenteerde mensen op weg moeten helpen, die nog helemaal aan het begin staan van hun onderzoekcarrière. Dat is niet altijd het geval. Van der Bom ziet ook mensen met een beurs beloond worden die al een eigen onderzoeksgroep hebben, en al vaker gesteund zijn met een beurs. ‘Dat kunnen heel goede mensen zijn die het ook zeker verdienen, maar eigenlijk denk ik dat we het onszelf niet te makkelijk moeten maken, en niet te snel moeten denken: we weten al dat ze goed zijn, want kijk eens wat ze op hun CV hebben staan.’ Mede op basis van dit commentaar van de commissie van Klinische Fellows heeft ZonMw inmiddels de voorwaarden aangepast. Uit de aanvraag moet nu duidelijk blijken dat de kandidaat nog niet eerder een eigen onderzoekslijn opgezet heeft.

portret Anske van der Bom
1 / 1

Investeren in betere en efficiëntere zorg

Als Nederland mondiaal wil bijdragen aan de vooruitgang van de gezondheidzorg, dan is volgens Anske van der Bom veel meer geld vrijmaken een oplossing voor betere en efficiëntere zorg: ‘Het allerbest is natuurlijk preventie van ziekte. Als je daarin investeert, vermindert uiteindelijk de zorglast.’ Het is niet verwonderlijk dat ze enthousiast is over deze jonge artsen, ‘Het zijn erg intelligente en gedreven mensen die zowel in de praktijk als in het onderzoek uitblinken. Vaak staat er ‘cum laude’ op hun CV. Ook denken zij goed na over kennisbenutting. En gebruiken ze sociale media om het bewustzijn en de betrokkenheid met hun belanghebbenden zoals patiënten te vergroten. De commissie heeft met veel plezier met hen gesproken.’