Er worden veel onderzoeken gedaan naar de pedagogische kwaliteit van professionals in de kinderopvang. Dankzij een subsidie van ZonMw zijn nu ook de effecten van het kinderdagverblijf en de gastouderopvang op de sociaal-emotionele ontwikkeling van kinderen onderzocht.
Maakt het voor de sociaal-emotionele ontwikkeling van je kind uit of hij naar een kinderdagverblijf of gastouder gaat? En zijn kwetsbare, verlegen kinderen gevoeliger voor hun omgeving dan veerkrachtige, robuuste kinderen? Die 2 vragen stonden centraal in het project “Effecten van kinderopvang: profiteren kinderen in verschillende mate?”.
‘Zonder samenwerking met mensen uit de praktijk – zoals Helen Faasse (kinderopvang KidsFoundation/Partou), Els van de Luit (Stichting Nysa, brancheorganisatie voor gastouders) en Jacqueline Alix (gastouderbureau 4Kids) die verderop aan het woord komen - was dit project nooit gelukt’, aldus Ruben Fukkink. ‘Het onderzoek, dat samen met Rosanne Sluiter en Minne Fekkes werd uitgevoerd, vroeg de nodige inzet van kinderdagverblijven, gastouders en ouders.’
Om de ontwikkeling van kinderen gedurende 3 jaar te volgen, bezocht een onderzoeker meermaals de deelnemende opvanglocaties. Hij observeerde de professionals en kinderen tijdens momenten als vrij spel, lunch en overgangssituaties en legde dit vast met een camera. Ruben: ‘We keken bijvoorbeeld of de professional de ontwikkeling van de kinderen stimuleerde. Naast deze observaties vulden zowel de professionals als de ouders vragenlijsten in over de sociaal-emotionele ontwikkeling en het welbevinden van het kind.’
‘Voorop gesteld: de kwaliteit van kinderopvang in Nederland is goed. Het welbevinden van kinderen is ook goed’, vertelt Ruben. ‘De pedagogische professionals zijn spilfiguren voor de kwaliteit. Wat zij doen, heeft direct effect op de ontwikkeling van de kinderen. Dat heeft ook dit onderzoek weer aangetoond.’ Ook de fysieke omgeving blijkt bij te dragen aan het welbevinden van kinderen. ‘Het kinderdagverblijf is net iets beter uitgerust dan gastouderopvang in eigen huis. De hele inrichting in een kinderdagverblijf is afgestemd op het kind, met voldoende speelhoeken en speelgoed. Dat heeft een klein positief effect op het welbevinden van kinderen.’
Wat naast interactie met het kind effect heeft op de ontwikkeling, is de relatie tussen de professional en het kind. Ruben: ‘Die relatie hebben we gemeten met behulp van de vragenlijsten voor de professionals. Hoe meer nabijheid tussen professional en kind wordt ervaren, hoe minder conflicten en hoe zelfstandiger het kind, hoe beter de ontwikkeling is ten opzichte van andere kinderen. Dat effect konden we zelfs meten tot aan groep 1 van de basisschool. We zien een klein verschil in het effect tussen kinderdagverblijven en gastouderopvang, ten gunste van de gastouder. Kinderen bij de gastouderopvang worden als iets socialer beoordeeld. De groepen zijn kleiner, het kind heeft een vaster gezicht en de relatie met de gastouder is vaak hechter. Als de relatie in de gastoudervang goed is, gaat het ook goed met het kind.’
Jacqueline Alix gaat regelmatig bij gastouders op bezoek. ‘Wat mij altijd opvalt is dat zij heel goed weten wat voor karakter een kind heeft, en hoe ze daar het beste mee om kunnen gaan.’ In de opvang kunnen we kinderen verdelen in kortweg 2 typen: veerkrachtige, robuuste kinderen (paardenbloemkinderen) en kwetsbare, verlegen kinderen (orchideeënkinderen). ‘Bij orchideeënkinderen gaat het ook over hoog sensitieve kinderen die gevoelig zijn voor geuren, geluiden, licht of zelfs aanraking en kleding’, vult Ruben aan. ‘Wij waren onder andere benieuwd hoe het met deze kinderen gaat in de kinderopvang.’
Uit het onderzoek blijkt dat de kinderopvang alle typen kinderen helpt om zich positief te ontwikkelen. ‘Opvang bij de gastouder heeft zelfs nog een iets groter positief effect op de ontwikkeling van orchideeënkinderen dan in het kinderdagverblijf’, aldus Ruben.
Ruben heeft in dit project ook gekeken naar eerdere onderzoeken waarin kinderen werden gevolgd vanaf 2 jaar tot hun 18e. ‘Opvallend is dat je bij kinderen van 18 jaar nog steeds de kwaliteit van de kinderopvang kunt terugzien in hoe het met ze gaat. Het effect is wel klein: als kind groei je op bij je ouders, broer en/of zus, grootouders, en je gaat naar school en hebt vrienden. Dat heeft naast de opvang ook allemaal invloed op je sociale ontwikkeling.’
Ruben hoopt dat het delen van de resultaten uit dit onderzoek, via artikelen als deze, bijeenkomsten en landelijke seminars, pedagogische professionals helpt om nog beter het gesprek met ouders aan te gaan. ‘Om daarin te ondersteunen, is een eerste aanzet gedaan tot een praktische tool’, licht Ruben toe. ‘We hebben een kaartenpakket ontwikkeld bestaande uit kaarten met karaktereigenschappen van kinderen. Samen met de ouder(s) kan de professional de kaarten bespreken en een aantal kaarten selecteren die het beste passen bij het kind. Op die manier krijgt zowel de professional als de ouder(s) een completer beeld van de ‘voorspellende’ eigenschappen en behoeften van het kind.’
Els van de Luit voegt toe: ‘Het is belangrijk dat we blijven monitoren op het welbevinden van kinderen. We willen kinderen immers stimuleren om overeind te blijven in een hectische wereld. Maar de meeste gesprekken met ouders gaan nu alleen over de biologische behoeften van hun kind: “Heeft hij goed gegeten, geslapen, gepoept?” Ouders vinden het fijn om over de ontwikkeling van hun kind te praten. Een tool als dit gaat hier zeker aan bijdragen.’
Ruben besluit het interview met een aantal aanbevelingen voor pedagogisch professionals: ‘Investeer als professional in de één-op-één relatie met het kind en heb oog voor paardenbloem- en orchideeënkinderen. Investeer ook in de relatie met ouders, voer gesprekken en geef die diepgang; bijvoorbeeld met behulp van het kaartenpakket. De sector is dagelijks bezig met kwaliteit, maak dit daar een onderdeel van.’
Dit onderzoek is uitgevoerd in opdracht van het ministerie van SZW en gefinancierd binnen het ZonMw programma Kwaliteit Kinderopvang.
Tekst: Milou Oomens van Doelgroep in Beeld
ZonMw stimuleert gezondheidsonderzoek en zorginnovatie. ZonMw financiert gezondheids-onderzoek en stimuleert het gebruik van de ontwikkelde kennis - om daarmee de zorg en gezondheid te verbeteren. ZonMw heeft als hoofdopdrachtgevers het ministerie van VWS en NWO.