Nieuwe richtlijn Zorginfecties met implementatiegids en hygiënekaart

Eindelijk 1 toegankelijke richtlijn voor alle zorgsettings
Om verpleegkundigen en verzorgenden te ondersteunen met het signaleren en voorkomen van zorginfecties is er sinds kort een nieuwe richtlijn. Meer dan 2,5 jaar lang werkte een multidisciplinair team aan een richtlijn die in alle zorgsettings gebruikt kan worden. Hoe hebben zij dat aangepakt?

Versnippering

De ontwikkeling van de richtlijn Zorginfecties startte begin 2019 met een knelpuntenanalyse. Daaruit kwam naar voren dat het voor verpleegkundigen en verzorgenden niet altijd even makkelijk was om zorginfecties op tijd te signaleren en te voorkomen. Projectleider Anita Huis is senior onderzoeker bij de afdeling IQ Healthcare in het Radboudumc.

Verpleegkundigen en verzorgenden ervaarden het richtlijnen-landschap als versnipperd, onoverzichtelijk en niet meer up-to-date.

'Zeker nadat de Werkgroep Infectiepreventie (WIP) in 2017 was opgeheven. Daarnaast waren de (tientallen) richtlijnen soms alleen van toepassing voor een specifieke zorgcontext, ook als het om basale infectiepreventiemaatregelen ging, zoals handhygiëne, persoonlijke hygiëne of het reinigen van de cliëntomgeving. Verpleegkundigen en verzorgenden gaven aan: wij willen 1 richtlijn waarin we alle basismaatregelen die voor ons van toepassing zijn kunnen terugvinden.'

Meer dan alleen een richtlijn

Samen met collega Nynke Bos, junior onderzoeker op dezelfde afdeling, en een werkgroep ging Huis aan de slag met het opstellen van een nieuwe richtlijn. Uit de knelpuntenanalyse bleek al snel dat niet alle problemen waar de zorgprofessionals en patiënten tegenaan liepen geschikt waren om uit te werken in een richtlijn. Bos: ‘Zo bleek bijvoorbeeld dat bepaalde maatregelen lastig in de praktijk waren in te voeren. Om hier toch handvatten voor te geven, hebben we naast de richtlijn ook nog een implementatiegids gemaakt. Vanuit patiënten klonk de roep om meer kennis over hygiënemaatregelen. Voor hen hebben we een hygiënekaart ontwikkeld. Zo weten ze zelf wat ze kunnen doen om een zorginfectie te voorkomen en kunnen ze daarnaast een verpleegkundige of verzorgende aanspreken als die zich niet houdt aan de hygiënevoorschriften.’

Multidisciplinaire werkgroep

Uiteindelijk heeft de werkgroep verschillende uitgangsvragen in de richtlijn uitgewerkt, waaronder: hoe kunnen verpleegkundigen en verzorgenden een zorginfectie herkennen? Welke methode wordt aanbevolen om in te schatten welke patiënten een hoog risico lopen? En wat zijn effectieve maatregelen om een zorginfectie te voorkomen?

Daarvoor deed Bos uitgebreid literatuuronderzoek, waarna de werkgroep bekeek of de aanbevelingen in de praktijk toepasbaar zijn. In die werkgroep zaten verpleegkundigen en verzorgenden, patiënten, deskundigen infectiepreventie, een medisch microbioloog, maar ook implementatie-deskundigen en een richtlijnmethodoloog.

We hebben gewerkt volgens de AQUA-Leidraad die partijen in de zorg handvatten geeft om op de juiste wijze richtlijnen te ontwikkelen en vervolgens naar de praktijk te brengen.

Betrekken patiënten

Een van de uitdagingen tijdens het project was het betrekken van de patiënten. Bos: ‘Het is ontzettend belangrijk wat zij vinden, maar het werven was lastig. Voor een specifieke ziekte heb je patiëntenverenigingen, voor zorginfecties niet. Dus waar haal je patiënten vandaan? Uiteindelijk hebben we via het Radboudumc TPV-patiënten (zij krijgen voeding via bloedvaten via een slangetje, red.) gevonden die wilden meedenken. Deze groep is extra gevoelig voor zorginfecties. Al snel kwamen we erachter dat fysieke bijeenkomsten voor hen te zwaar waren. Uiteindelijk zijn we dus meerdere malen naar patiënten toegegaan om hen mee te laten praten over de richtlijn.’

Proefimplementatie

Na de aanbevelingen was het tijd voor de proefimplementatie. Werkt deze richtlijn voor verpleegkundigen en verzorgenden in de thuiszorg, het ziekenhuis, het verpleeghuis en in de gehandicaptenzorg? Huis: ‘Die laatste wordt vaak vergeten, maar deze cliënten wónen net zoals ouderen echt in een zorginstelling. Je wil dat het zoveel mogelijk voelt als thuis. En dat staat op gespannen voet met infectiepreventie. Het idee leeft dat door constant je handen te desinfecteren en speciale kleding te dragen het gevoel van thuis wordt verstoord. Uiteindelijk bleken de aanbevelingen uit de nieuwe richtlijn toch best goed uit te voeren. Door de coronapandemie voelden de zorgverleners ook meer de urgentie en lieten zij hun reserves over de infectiepreventiemaatregelen sneller varen.’

Extra uitdaging

Een andere uitdaging was het ontwikkelen van indicatoren (meetinstrumenten). Bos: ‘Je wil natuurlijk weten of voorgeschreven maatregelen nageleefd worden en of ze effect hebben. Daarvoor moet je bijvoorbeeld het aantal patiënten waarbij een zorginfectie is vastgesteld meten. Maar in onder andere de wijkverpleging is daar helemaal geen registratiesysteem voor. En dan is het ook nog de bedoeling om het in het elektrisch patiëntendossier te zetten als zorgpersoneel. Dat is ontzettend arbeidsintensief.’

Wat je niet wil is een vinkjessysteem’, vult Huis aan. ‘Daar willen we juist vanaf. Het uiteindelijk doel is dat een team inzicht krijgt in hoe ze met infectiepreventiemaatregelen omgaat en  wat er nog te verbeteren valt. We hebben dus een alternatief bedacht voor de indicatoren. Samen met de werkgroep hebben we een reflectie-instrument ontwikkeld dat als apart hoofdstuk in de implementatiegids staat.

Uiteindelijk ga je met een reflectie-instrument veel meer de diepte in dan met indicatoren.

De invoering

De richtlijn, de implementatiegids en de hygiënekaart staan ondertussen allemaal op de site van V&VN, die de producten heeft geautoriseerd. V&VN heeft een nieuwsbericht geplaatst om de nieuwe richtlijn aan te kondigen.  en is in gesprek met zorginstellingen over de invoering. Om te zorgen dat richtlijnen beter in de praktijk gebruikt worden geeft V&VN trainingen aan verpleegkundigen om als implementatiecoach de invoering en borging van ondere andere richtlijnen binnen hun organisatie te begeleiden. Huis: ‘Dit zijn medewerkers van zorginstellingen en zij kunnen vanuit hun eigen zorgcontext de invoering van richtlijnen aanjagen.  We hopen dat iedere organisatie uiteindelijk zo’n coach heeft rondlopen.’

Nieuwe infectieprotocollen

Ondertussen is de Stichting Richtlijnen Infectiepreventie (SRI) alle infectiepreventierichtlijnen aan het herzien. Bos en Huis hebben contact met het SRI. Bos: ‘Het zou mooi zijn als onze richtlijn aansluit op de nieuwe richtlijnen en dat we straks naar elkaars documenten kunnen verwijzen en elkaar kunnen aanvullen. Op die manier helpen we hopelijk het aantal zorginfecties naar beneden te krijgen.’

Tips voor richtlijnontwikkeling

  • Houd rekening met eventuele beperkte belastbaarheid van patiënten in de werkgroep en verzin alternatieven voor deelname aan bijeenkomsten als dat nodig is.
  • Schakel een richtlijnmethodoloog in die kennis heeft van het hele proces van een richtlijnontwikkeling.
  • Heeft u minder ervaring met literatuuronderzoek? Vraag een informatiespecialist om hulp die precies weet welke zoektermen je moet combineren om goede bronnen te vinden.
  • Denk vanaf het begin na over de implementatie. Soms passen aanbevelingen uit de buitenlandse praktijk niet in de Nederlandse situatie. Laat implementatiedeskundigen meedenken en doe altijd een proefimplementatie.

Ontwikkeling kwaliteitsinstrumenten

Kwaliteitsinstrumenten ondersteunen zorgprofessionals en de patiënt en diens naasten om de juiste zorgoptie te kiezen. Daarom ondersteunen we de ontwikkeling, implementatie, evaluatie en (tijdige) aanpassing van kwaliteitsinstrumenten voor verpleegkundigen, verpleegkundig specialisten en verzorgenden. Daarnaast stimuleren we het leren en verbeteren in de praktijk aan de hand van kwaliteitsinstrumenten. Daarmee willen we bijdragen aan nog betere patiëntenzorg en patiënten welzijn en aan het terugdringen van ongewenste praktijkvariatie. Kijk voor meer informatie op onze themapagina Kwaliteitsinstrumenten.

Colofon

Tekst: Kim Nelissen (KimTikt)
E
indredactie: ZonMw