Huisartsen stellen hun diagnose vaak op basis van patroonherkenning. Maar soms gaat dat mis. Gestructureerde reflectie kan de arts beschermen tegen zulke missers. Josepha Kuhn onderzoekt bij Erasmus MC hoe je huisartsen in opleiding (haio’s) kunt leren deze methode te gebruiken.
Kuhn doet sinds haar afstuderen in de cognitieve psychologie onderzoek naar effectieve manieren van onderwijs geven. Als promovenda onderzoekt ze dat nu voor de gestructureerde reflectie.
‘De haio stelt een diagnose aan de hand van een casusbeschrijving,’ legt ze uit. ‘Wij vragen daarna om de casus opnieuw te bekijken met de vraag wat er vóór, maar ook tégen de diagnose pleit. Welke informatie ontbreekt er nog? De haio leert zo de eerste indruk van de casus kritisch te bekijken.’
Uit Amerikaans onderzoek blijkt dat artsen het proces van systematisch redeneren en mogelijkheden uitsluiten bij het diagnosestellen vaak overslaan, vertelt Kuhn. ‘Artsen met veel ervaring redeneren vaak op basis van patroonherkenning. Dat is veelal efficiënt, maar is er geen automatische correctie als het fout gaat. Een arts die niet zeker is van de diagnose, doet er verstandig aan systematisch op de eerste indruk te reflecteren. Dat kan met de methode van de gestructureerde reflectie. De stappen zijn niet moeilijk, maar haio’s moeten ze wel aanleren. We willen dat ze de methode uit eigen beweging gaan toepassen.’
Kuhn onderzocht op meerdere manieren hoe de haio’s zich deze methode het beste eigen maken. ‘Volgens de theorie is leren van voorbeelden efficiënt als je iets nieuws moet leren,’ vertelt ze. ‘Daarom hebben we onderzocht of haio’s door veel goede voorbeelden te zien reflexief redeneren zelf gingen toepassen. In één groep moesten ze een casus beantwoordden, en daarna bestuderen hoe ervaren artsen de casus hadden opgelost door het invullen van een vragenlijst volgens de methode van de gestructureerde reflectie. In een andere groep moesten ze casussen oplossen door diezelfde vragenlijst zelf in te vullen. In een derde groep moesten haio’s anderen uitleggen waaruit reflexief redeneren bestaat. De gedachte daarachter was dat ze dan minder op de casuïstiek en meer op de methode zouden focussen.’
Vergelijking van de resultaten van deze groepen met de controlegroepen leverde geen noemenswaardig verschil in effectiviteit op, vertelt Kuhn. ‘Jammer! We hadden gehoopt dat we duidelijke effecten zouden vinden. Maar nu weten we dat onze hypotheses niet kloppen. Dat is ook goed om te weten.’ Een verklaring voor dit teleurstellende resultaat heeft ze niet direct. Misschien was de leerfase te kort? Of wellicht varieert de manier van diagnosestellen bij de haio’s te sterk?
Voorwaarde voor het toepassen van de gestructureerde reflectie is dat de huisarts ‘voelt’ dat een eerste indruk of diagnose mogelijk niet klopt, benadrukt Kuhn. Maar uit Amerikaans onderzoek blijkt dat artsen over het algemeen te veel vertrouwen hebben in hun eigen diagnoses. Een studie bij de Erasmus Universiteit had laten zien dat haio’s dankzij feedback beter kunnen inschatten of hun diagnoses kloppen dan haio’s die geen feedback kregen. Maar toen ze dit herhaalden vonden Kuhn en haar collega’s dit verschil niet. ‘Misschien omdat onze casuïstiek moeilijker en gevarieerder was? Hoe dan ook, het blijft blijkbaar lastig de juistheid van je eigen diagnoses te bepalen.’
Volgens Amerikaans onderzoek hebben artsen vaak te veel vertrouwen in hun diagnoses
‘Opnemen van gestructureerde reflectie in het onderwijs voor haio’s zal, denken wij, niet zoveel effect hebben op hoe ze later tot een diagnose gaan komen,’ denkt Kuhn. Toch heeft opname van de methode in het curriculum wel nut, denkt ze. Om het effect van meer of minder leer- en werkervaring op het aanleren van de methode na te gaan, herhaalde ze de studie met studenten in de medicijnen. ‘Die resultaten moeten we nog analyseren,’ zegt ze. ‘Maar de studenten vonden het werken volgens deze methode wel prettig, omdat ze heel gestructureerd over de casus moesten nadenken. We weten ook dat het hen kan helpen om over ziekten te leren.’
Het werven van respondenten voor het onderzoek heeft (te) veel tijd gekost, vertelt Kuhn. ‘Ik ben er mee blijven worstelen. De haio moet het gevoel hebben dat meedoen nuttig voor hem of haar is. Het blijkt het meest effectief om docenten om deelname te laten vragen. De haio’s die meededen, vonden het meestal leuk om de methode aan te leren. De casuïstiek vonden ze boeiend.’
Vanuit het programma Huisartsgeneeskunde en Ouderengeneeskunde financieren we projecten die bijdragen aan de ontwikkeling van nieuwe kennis die relevant is en toepasbaar in de vervolgopleidingen van huisartsgeneeskunde en/of ouderengeneeskunde. Dit onderzoek draagt bij aan verbetering van de kwaliteit van de opleidingen en aan de internationale body of knowledge op het terrein van geneeskundige opleidingen. De onderzoeksprojecten zijn ingebed in een bestaand onderzoeksprogramma ‘onderzoek van onderwijs’ van de betreffende vakgroep huisartsgeneeskunde of ouderengeneeskunde dan wel het UMC. In een interviewreeks vertellen de projectleiders waar zij tegenaan lopen in hun onderzoek en welke kennis en inzichten hun project oplevert.
ZonMw voert het programma uit in opdracht van SBOH; de werkgever van huisartsen in opleiding en specialisten ouderengeneeskunde in opleiding. SBOH financiert de hele huisartsopleiding en opleiding tot specialist ouderengeneeskunde.
Redactie Veronique Huijbregts, Beeld Erasmus MC, eindredactie ZonMw