Kennis en inzicht over (psychische) kwetsbaarheid

Wat weten we over kwetsbaarheid? En welke lessen zijn daaruit te trekken? Een gesprek met Roland Bal en Erik Dannenberg over kennis en inzicht over kwetsbaarheid.

'Kennis en inzicht’, daarover ging op 28 januari 2021 de eerste talkshow uit de serie over een inclusieve samenleving voor mensen met een psychische kwetsbaarheid. Wat zijn de maatschappelijke, sociale en persoonlijke problemen die met deze kwetsbaarheid samenhangen? Wat is bekend uit onderzoek én uit ervaringskennis van de betrokkenen zelf, en van hun naasten en zorgverleners. Waar staan we, waar schuurt het vooral en waar moeten we als samenleving naartoe?

In de talkshow vertelde Arian het verhaal van zijn leven. Als Arian te worden gezien, niet als verslaafde, dát maakte het verschil. Erik Dannenberg: ‘Ik herken dat uit ervaringen van Divosa-leden. Die zeggen: aandacht is de meest werkzame factor. Ik noem professionaliteit ‘geschoolde medemenselijkheid’. Je maakt als mens contact en daarbij neem je jouw professionele kunde en ervaring mee. Mensen als Arian noemen we vaak een kwetsbaar persoon, maar ik spreek liever over mensen in een kwetsbare situatie. Op een congres zei een mevrouw in een rolstoel: ik heb ontdekt dat we allemáál kwetsbaar zijn. Als je met die houding gaat helpen, ga je echt naast iemand staan.’

Weerbare omgeving

Roland Bal noemt kwetsbaarheid niet een functie van een persoon maar van een omgeving. ‘Het is een klassiek Foucaultiaans fenomeen: we creëren een bepaald ‘normaal’ en gaan vervolgens individuen daarop beoordelen en classificeren. Maar kwetsbaarheid uit zich in concrete situaties. Het gaat er dus niet om vooral de individuele persoon weerbaarder te maken. Belangrijker is een omgeving te creëren waarin mensen weer kunnen floreren.’ Het punt is volgens Bal dat onze ingewikkelde samenleving vanzelf groepen uitsluit. Steeds meer mensen hebben moeite aangehaakt te blijven. ‘In de coronacrisis gaat het nu over leerachterstanden bij scholieren. Maar niet de leerlingen hebben een achterstand, het is het onderwijs dat achterloopt, nu het maanden dicht bleef. Voor interventies moet je bij dat onderwijs zijn, niet bij individuele leerlingen.’

Wallen en schepen

Onderzoek helpt om beter te snappen hoe de werkelijkheid van mensen in een kwetsbare situatie eruitziet. Zodat je aanpak net zo gedifferentieerd kan worden als de realiteit. Tijdens de talkshow vertelde Gijs Roelofsen van GGD Flevoland over zijn onderzoek. Daarin is vanuit elke politiemelding van verward gedrag ‘vooruit en achteruit’ uitgezocht wat er concreet gebeurt op het niveau van de betrokken personen. Bal vindt het een belangrijke studie. ‘Deze zogeheten E33-meldingen zijn een vergaarbak voor alles wat buiten de andere classificaties valt. Het is een restcategorie en de diversiteit daarvan is per definitie gigantisch. Van verslavingsproblemen tot dementie en van dakloosheid tot zware ggz. Met de beste bedoelingen creëren we een enorme fragmentatie, maar deze mensen vallen tussen heel veel wallen en schepen.’

Met stickers beplakt

Dannenberg herkent het classificatieprobleem. ‘Ik werkte ooit voor een organisatie die zwerfjongeren opving. De jongeren zelf hadden een rothekel aan dat woord, maar zo stond het nu eenmaal in de subsidieverordening. We ontdekten dat precies dezelfde jongeren elders ‘vroegtijdig schoolverlaters’ heetten, of ‘laaggeletterde jongeren’. Ze waren overal met allerlei stickers beplakt en vielen ook onder minstens zoveel ondersteuningsregelingen. Als ze aardig waren, cirkelden er 27 hulpverleners omheen, want iedereen deed dan graag een fragmentje. Maar waren ze niet aardig, was er niemand meer. Dan kon iedereen wel een contra-indicatie bedenken. Deze jongeren zag je dan vaak op vrijdagavond in de opvang belanden. Ik bedoel dit niet cynisch, maar het heeft me wel de ogen geopend. Ik zeg vaak: in Nederland word je heel goed geholpen als je één probleem hebt. Het gaat erom dat óók te doen bij multiproblematiek.’

Creatieve bureaucratie

Volgens Dannenberg kan dat alleen als je de ondersteuning in het sociaal domein goed koppelt aan het zorgdomein. ‘In Vught werken zogeheten wijk-GGD’ers, die een medische blik toevoegen aan het sociaal én het veiligheidsdomein. Een 17-jarige kan onhandelbaar zijn door verslaving of toestanden thuis, maar zijn gedrag kan ook door een niet-ontdekte hersentumor komen. En dat ‘onbegrepen gedrag’ van weer een ander kan met een ontregelde diabetes samenhangen. Die opties moet je allemaal meenemen in je vroegsignalering. En dan samen een passend plan bedenken.’ Bal komt het ook tegen in de 500 projecten die hij voor ZonMw onderzoekt. ‘We kijken wat de werkzame mechanismen zijn, waardoor je in dit soort gevallen echt wat voor elkaar krijgt. Een daarvan: creatieve bureaucratie, of: scharrelruimte. Professionals moeten met elkaar aan een probleemdefinitie én een oplossing kunnen werken, en zich daarbij gesteund weten door hun bazen. Geen willekeur, maar wel ongelijke monniken, ongelijke kappen.’

Bestuurlijke moed

Voor deze professionele scharrelruimte is ook bestuurlijke moed nodig, stelt Dannenberg vast. Hij heeft een mooi voorbeeld uit zijn tijd als wethouder in Zwolle. ‘De Wmo-afdeling legde me iets voor: een dakloze man leefde met zijn hondje in een bakfiets. Na een hartoperatie kreeg hij dat ding niet meer vooruit. Hij vroeg om een woningaanpassing: een elektrische motor. Wat nu? Een bakfiets is immers geen woning. En hoe zit het met de precedentwerking, vroegen mijn mensen zich af. Toen heb ik gezegd: hoeveel daklozen met een hondje en een bakfiets hebben we in de stad? En: naar de letter van de Wmo-verordening kan het misschien niet, maar naar de géést is de bakfiets gewoon zijn woning. Hij kreeg die elektrische motor. Ik ben ervan overtuigd dat je zoiets heel goed aan de gemeenteraad kunt uitleggen.’

Meer horen over wat we weten over kwetsbaarheid? Wat leren ervaringskennis, praktische en bestuurlijke ervaring én wetenschappelijk onderzoek ons over de manier waarop we hier als samenleving mee kunnen omgaan? Luister dan naar het volledige gesprek tussen Erik Dannenberg en Roland Bal.

Erik Dannenberg is voorzitter van Divosa en lid van de Raad voor Volksgezondheid & Samenleving. Naar eigen zeggen helpt hij graag mee om het sociaal domein ‘opnieuw uit te vinden’. Integratie en inclusie zijn voor hem belangrijke uitgangspunten.

Roland Bal is hoogleraar Bestuur & Beleid van de Gezondheidszorg aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Hij is betrokken bij de evaluatie van het actieprogramma van ZonMw rond verward gedrag, en doet veel onderzoek naar bestuurlijke en professionele samenwerking in verschillende zorgsectoren.