Gevlucht uit je eigen land, opgevangen in Nederland en dan hier zo snel mogelijk werk vinden. Het klinkt zoveel makkelijker dan het is. Want de ellende uit het verleden en de problemen van nu zitten vaak in de weg. Een cursus mentaal welbevinden in de eigen taal biedt perspectief op de toekomst.
Onderzoeker Jose Muller-Dugic van de Radboud Universiteit staat samen met haar collega Pascal Beckers aan de wieg van deze cursus. ‘We weten dat mentale gezondheid belangrijk is voor het vinden van een passende plek op de arbeidsmarkt, en we weten ook dat de mentale gezondheid van vluchtelingen helemaal niet zo goed is; niet verwonderlijk gezien hun achtergrond. Maar helaas wordt daar in bestaande re-integratietrajecten maar weinig aandacht aan besteed. Vandaar dat we de cursus ‘Mosaic’ hebben ontwikkeld.’
Feitelijk wordt er met de cursus een soort nieuwe start gemaakt. ‘We leren mensen weer positief te denken, voelen en handelen; te kijken naar mogelijkheden in plaats van onmogelijkheden. Dat doen we vanuit de principes van de positieve psychologie’, vertelt Muller. Dat betekent niet dat de problemen van statushouders genegeerd worden. ‘Integendeel, je moet die problemen erkennen, die zijn er gewoon. Maar je kunt in je denken de focus wel verleggen naar wat er wel mogelijk is.’
Opvallend is dat de cursus in de eigen (Arabische) taal wordt gegeven. Dat is een trendbreuk, want veelal is het idee dat je statushouders zo snel mogelijk moet onderdompelen in het Nederlands, omdat taalbeheersing nu eenmaal essentieel is om goed te kunnen integreren. Ook al is Muller het daar in principe mee eens, toch koos ze in dit geval voor een cursus in het Arabisch: ‘We zitten met deze cursus helemaal aan het begin van de inburgering en het gaat wel over hele persoonlijke zaken. Dus we geven de cursisten graag de mogelijkheid om hierover in de moedertaal te communiceren. Daar hebben we expliciet voor gekozen’.
Een andere belangrijke keuze is dat de cursus wordt begeleid door twee personen: Een hoofdtrainer en een ervaringsdeskundige trainer. De toevoeging van die ervaringsdeskundige trainer is volgens Muller erg belangrijk. ‘Die persoon kan bij elk thema vanuit eigen ervaring vertellen hoe hij of zij iets heeft ervaren en aangepakt. Dat maakt voor de deelnemers de drempel om zelf iets te vertellen lager.’ Bovendien kunnen de deelnemers na afloop van elke bijeenkomst een half uur lang praktische vragen stellen aan de ervaringsdeskundige trainer.
De cursus richt zich op allerlei thema’s ‘uit het leven’: werk, studie, sociale contacten en zelfzorg. Op dit soort thema’s maken de deelnemers plannen die aansluiten bij wat zij belangrijk vinden op dit gebied (waarden) en bij hun sterke kanten. ‘Dat laatste is best lastig voor deze groep’, vertelt Muller. ‘Wie hier in Nederland solliciteert, krijgt heel vaak de vraag waar hij of zij goed in is. Maar als je vanuit je cultuur niet gewend bent om te praten over je sterke kanten, dan moet je daar echt eerst even mee oefenen.’
De cursus is in zes gemeenten uitgetest: Nijmegen, Arnhem, Druten, Groesbeek, Tiel en Culemborg. Anke van Diepenbeek, beleidsmedewerker bij de gemeente Nijmegen is enthousiast. ‘Juist omdat je het accent nog niet helemaal legt op arbeid maar op het mentale welbevinden, voegt Mosaic iets toe aan het bestaande aanbod. Ik zie echt kansen voor zo’n project in het voortraject naar werk al dan niet in combinatie met de inburgering. En dat je daarom kiest voor een cursus in de oorspronkelijke taal, vind ik goed te verdedigen. De cursus kiest voor een hele professionele en doordachte opzet in combinatie met het gebruik van ervaringsdeskundigheid. Die combinatie spreekt mij aan. Punt is natuurlijk wel dat zo’n cursus moet passen binnen het totaalaanbod van een gemeente. Qua implementatie zie ik daar nog wel wat hobbels.’
Om de cursus te evalueren is er een procesevaluatie en een effectiviteitsonderzoek gedaan. Voor de procesevaluatie vulden de trainers en deelnemers na afloop van de bijeenkomsten vragenlijsten in. Hieruit blijkt dat zij beiden vinden dat de cursus van goede kwaliteit is en dat het een duidelijke meerwaarde heeft voor de doelgroep. Het effectiviteitsonderzoek bestond grotendeels uit kwantitatief onderzoek. Hiervoor vulden de deelnemers voorafgaand, direct na en een half jaar na de cursus een vragenlijst in. Aanvullend is er CBS-data gebruikt voor de demografische kenmerken en arbeidsmarktparticipatie van deelnemers. Deze data werden geanalyseerd door t-toetsen en regressieanalyses.
Muller deed vanuit de universiteit uitgebreid onderzoek naar het effect van de cursus. Daarbij maakt ze onder andere gebruik van een controlegroep die de cursus 6 maanden na de interventiegroep kreeg, waardoor ze resultaten na verloop van tijd kon vergelijken. Ze concludeert dat de statushouders baat hebben gehad bij de cursus. ‘Vergeleken met de voormeting scoorden de cursisten na deelname beter op zaken als mentaal welbevinden, emotioneel welbevinden en zingeving. Het effect op zingeving hield een half jaar na deelname nog steeds aan. Deze ontwikkelingen zagen we niet bij de controlegroep. De interventiegroep boekten ook meer vooruitgang in het aangaan van contact met buren en vrienden en het ondernemen van sportactiviteiten’.
De cursus is primair gericht op mentaal welbevinden, maar dan wel in het licht van toekomstige arbeidsparticipatie. Ook daar ziet Muller vooruitgang: ‘Vergeleken met de voormeting hebben de cursisten na deelname meer vertrouwen om in de toekomst een baan te vinden. Er lijkt ook iets in de dagbesteding van deelnemers te veranderen. Ze zijn meer uren gaan besteden aan vrijwilligerswerk. De toename in het aantal stage- of werkervaringsplekuren en het aantal uren dat besteed wordt aan een eigen bedrijf is voor deelnemers bovendien hoger dan voor de controlegroep.’
Tekst: Marcel Senten
ZonMw stimuleert gezondheidsonderzoek en zorginnovatie. ZonMw financiert gezondheidsonderzoek en stimuleert het gebruik van de ontwikkelde kennis - om daarmee de zorg en gezondheid te verbeteren. ZonMw heeft als hoofdopdrachtgevers het ministerie van VWS en NWO.