Gemeenten spelen een essentiële rol in een betere gezondheid van hun inwoners en in het verkleinen van gezondheidsverschillen. Met het programma Aan de slag met preventie in uw gemeente willen we gemeenten ondersteunen in de dagelijkse uitvoeringspraktijk. Onder meer door het gebruik van erkende interventies te stimuleren en ‘samen leren’ centraal te stellen.
Preventie vraagt om een integrale aanpak met naast zorg ook aandacht voor welzijn, ruimtelijke ordening, inkomen, onderwijs, participatie, milieubeleid en wijkvoorzieningen. In deze ronde werken gemeenten, GGD’en, Academische Werkplaatsen Publieke Gezondheid en Werkplaatsen Sociaal Domein in elke regio daarom samen. Zo kunnen de partijen van elkaars kennis en ervaring profiteren en al doende tot nieuwe inzichten komen.
In oktober 2018 gingen zes lokale samenwerkingsverbanden met subsidie aan de slag met preventie in hun regio. Bij ontwikkeling en uitvoering van beleid maken zij gebruik van erkende interventies. Hoe hebben zij preventie in hun regio aangepakt? Welke interventies kozen zij? En wat zijn de resultaten tot nu toe?
Samen leren in Rivierenland met als doel: succesvolle interventies in de wijk ontwikkelen die gezond gewicht stimuleren. En dat alles afgestemd op de situatie per gemeente en gedragen door professionals en inwoners.
In de regio Rivierenland wonen veel mensen met overgewicht. GGD en Gemeenten Culemborg, Tiel, Maasdriel en West Betuwe doen al veel om overgewicht te voorkomen. Zij ervaren hierbij twee problemen: hoe ontwikkel je activiteiten op maat per gemeente? En hoe betrek je de lokale gemeenschap om het benodigde draagvlak en eigenaarschap te krijgen?
Samen Leren voor Gezond Gewicht in Rivierenland gaat op zoek naar antwoorden. In Fase 1, afgerond in 2019, leerde het samenwerkingsverband hoe ze in co-creatie met inwoners en professionals voor iedere gemeente een goed plan Gezond Gewicht kunnen ontwerpen. En leverde ze die plannen op. In Fase 2 helpt het samenwerkingsverband de lokale werkgroepen met uitvoering, evaluatie en monitoring (afronding 2021).
De samenwerkende partijen zijn GGD Gelderland-Zuid, gemeenten Culemborg, Tiel, Maasdriel en West Betuwe, academische werkplaats publieke gezondheid AMPHI, Hogeschool Arnhem Nijmegen (HAN), Werkplaats Sociaal Domein Nijmegen (WSDN), RIVM en lokale partners zoals welzijnsorganisaties en eerstelijnszorg, diëtisten, gezondheidsadviesbureau en inwoners uit iedere gemeente.
De projectorganisatie heeft de vorm van een learning community. Kern van de community zijn vier lokale werkgroepen met daarin de lokale professionals en inwoners. Deze werkgroepen hebben veel ruimte gekregen om het lokale project zelf vorm te geven en zijn hierdoor intrinsiek gemotiveerd om het project te laten slagen.
Er zijn lokale duo’s gevormd (GGD-gezondheidsmakelaars en welzijnswerkers) die het proces binnen de werkgroepen begeleiden. Beide hebben andere expertise en een ander netwerk, wat zorgt voor een brede kijk en mooie samensmelting van kwaliteiten.
In Fase 1 van het project (oktober 2018-september 2019) werd in co-creatie met inwoners en professionals voor iedere gemeente een goed plan Gezond Gewicht ontworpen. Goed wil zeggen: het is integraal, gedegen en wordt gedragen door de gemeenschap. Na een inventarisatie van behoeften en wensen werd gezamenlijk een interventiemix bepaald.
Methodiek voor inventarisatie was waarderend onderzoek (Appreciative Inquiry). Dit zorgde voor leverde positieve energie en betrokkenheid.
In Fase 2 (2019-2022) helpt het samenwerkingsverband de lokale werkgroepen met het uitvoeren van de plannen. En steunen ze het samen leren door evaluatie en monitoring.
De meeste inwoners en werkgroepleden zijn erg actiegericht. Kies daarom een manier van onderzoeksresultaten delen die aansprekend is en past bij dit actiegerichte, en tegelijk helpt om tot een goed plan te komen. Bijvoorbeeld via infographics en verhalend vertellen in plaats van met (lange) presentaties of onderzoeksrapporten. Wat ook helpt is vooraf nagaan waar interesses/affiniteit/talenten van werkgroepleden liggen, en op basis daarvan bepalen wie welke onderzoeksresultaten bekijkt om zo de energie in de werkgroep hoog te houden.
De gezondheidsmakelaar en de welzijnsmedewerker wisten welke mensen in hun netwerk belangrijk waren om te betrekken. Dit in overleg met de gemeente. De gezondheidsmakelaar heeft vooral contacten onder professionals (zoals zorg, sport en gemeente). De welzijnsmedewerker heeft goede lijntjes met inwoners en lokale sleutelfiguren.
Gezamenlijk werd gekozen voor B-slim als paraplu-interventie in de vier gemeenten. Daaraan werd een interventiemix opgehangen van bestaande en nieuwe onderdelen met vier elementen:
Verder is goed uitgewerkt hoe de partners samen gaan leren en evalueren. Er is een theoretisch kader opgesteld dat de uitgangspunten beschrijft: implementatie in vier fasen, acht pijlers van een preventieve infrastructuur, het concept ‘collective impact’, en gebruik maken van participatief actieonderzoek.
Beoogde resultaat is een integraal en gedegen plan ontwikkelen voor het bevorderen van Gezond Gewicht, dat wordt gedragen door de lokale gemeenschap. En dat met succes geïmplementeerd is.
Het plan is ondertussen opgeleverd. De implementatiefase is gestart. Beoogde resultaten zijn onder andere:
Het is belangrijk dat senioren die zelfstandig wonen zo lang mogelijk vitaal blijven. Hoe kun je hen fysiek en sociaal sterker maken en daarbij de mogelijkheden van de sociale en fysieke omgeving integreren?
In de derde levensfase (55+) valt er voor de meesten nog veel moois te beleven. Maar er zijn ook ouderen die heel kwetsbaar zijn. Er is veel winst te behalen als ingezet wordt op het voorkomen van bijvoorbeeld overgewicht en diabetes, maar ook op dementie. Hoe kan de vitaliteit van 55-80 jarigen die zelfstandig wonen zo lang mogelijk in stand gehouden worden?
Project Ouderen sterker maken: fysiek en sociaal focust op preventie en wil gezondheid, gezondheidsvaardigheden en sociaal welbevinden van ouderen versterken en tegelijkertijd de mogelijkheden benutten die de sociale en fysieke omgeving biedt.
Samenwerkende partijen zijn Gemeenten Rotterdam, Vlaardingen, Dordrecht en Papendrecht, GGD Zuid-Holland Zuid, GGD Rotterdam Rijnmond, Werkplaats Sociaal Domein Zuid-Holland Zuid, Hogeschool Inholland Rotterdam, Hogeschool Rotterdam, Academische werkplaats Publieke Gezondheid CEPHIR, Erasmus MC, Geriatrisch Netwerk Rotterdam en Omstreken (GENERO), Zorgbelang Inclusief, Samen één in Feijenoord en Onderzoekcentrum Drechtsteden.
De organisatie bestaat uit een Kernteam (vier gemeenten en Werkplaats Sociaal Domein), een projectteam, drie werkgroepen (monitoring, betrekken senioren, samen leren) en voor elk van de vier gemeente een lokale werkgroep.
Het is belangrijk rollen, taken en verwachtingen uit te spreken en vanuit een gezamenlijke visie te werken.
De uitgevoerde analyse (in fase 1) was drieledig:
Samen leren staat centraal. Daarom wordt in fase 2 een overkoepelende Community of Practice ofwel een professionele leergemeenschap opgericht. Daarin wil het projectteam professionals uit de verschillende domeinen (preventieve gezondheid, welzijn, sport, eerstelijnszorg) verbinden en is er aandacht voor Values, Relations, Claims, Concerns & Issues. Ook is daar ruimte om de drie kennisbronnen te verbinden: kennis uit onderzoek, vakkennis van professionals en ervaringskennis van senioren en andere burgers zoals mantelzorgers.
De doelgroep bestaat uit senioren. Deze zijn met name bereikt door bestaande netwerken aan te spreken en deze te betrekken. In rondetafelgesprekken met senioren traden leden van het seniorenforum van het Geriatrisch Netwerk Rotterdam en Omstreken (GENERO) op als gespreksleider. Dat bevorderde een open en diepgaand gesprek. Desalniettemin blijft het bereiken van senioren - en in het bijzonder senioren die in isolement leven - heel lastig.
De lokale gezondheidssituatie is beschreven in gezondheidsprofielen van 55+ bewoners van de 14 verschillende gebieden, op indicatoren in vijf domeinen: lichamelijke gezondheid en beperkingen, psychische gezondheid, actief en sociaal, leefstijl en fysieke leefomgeving.
Het huidige aanbod van preventieve activiteiten en de wensen en behoeften zijn via interviews, brononderzoek en rondetafelbijeenkomsten geïnventariseerd. Hieruit kwamen prioriteiten per gemeente naar voren, zoals sociaal en fysiek actief zijn en blijven, eenzaamheid, bewegen en het activeren van senioren.
In vier pijlers zijn per gemeente passende interventies benoemd:
Erkende interventies die ingezet worden zijn o.a. Welzijn op recept, TOM, Sociaal Vitaal, Nationale Diabetes Challenge, brede aanpak valpreventie (diverse interventies), Beweegtuin, Grip en Glans.
Er zijn in de tussentijd 6 kortlopende onderzoeksprojecten gedaan in samenwerking met geneeskundestudenten van de Erasmus Universiteit. De resultaten zijn vastgelegd in verslagen en soms ook in een infographic.
De gezamenlijke opgave van de deelnemende partijen is om senioren vitaal en betekenisvol oud te laten worden en actief mee te laten denken met professionals. En om interventies te laten werken voor senioren en aan te laten sluiten bij hun leefwereld.
De uitgangspunten voor Fase 2 zijn hierbij:
Verslagen community onderzoeksprojecten ism Erasmus Universiteit:
De Drentse gemeenten willen steviger inzetten op een integrale aanpak om de gezondheid van hun inwoners te verbeteren. Want de inwoners in Drenthe kampen meer met gezondheidsproblemen dan de gemiddelde Nederlander.
In Drenthe bestaan grote gezondheidsverschillen en is er sprake van vergrijzing. Preventie, bevorderen van gezondheid, is in Drenthe daarom belangrijker dan ooit te voren. Niet alleen om álle inwoners kansen te bieden om gelukkig en gezond oud te worden. Maar ook om te voorkomen dat de zorg duurder en zwaarder wordt.
In Aan de slag met preventie in de Drentse gemeenten zetten de twaalf Drentse gemeentes samen de schouders onder een gezonder Drenthe. Met een preventiebeleid en interventies die ze in samenhang en integraal willen opzetten, waarbij de gemeenten en hun partners samen optrekken en van elkaar leren.
In Drenthe werken alle 12 Drentse gemeenten samen met GGD Drenthe, Hanze Hogeschool, werkplaats sociaal domein, Academische werkplaats publieke gezondheid, CMO STAMM Drenthe en Sport Drenthe.
Het Drentse project heeft een sterke overlegstructuur: een centrale projectwerkgroep werkt vanuit een eigen werkplan en ondersteunt de lokale werkgroepen met expertise, coaching en advisering. De lokale werkgroepen staan onder regie van een gemeentelijke contactpersoon die zorgdraagt voor een optimale samenstelling en verdeling van de rollen en taken.
Regionaal coördineert de GGD de monitoring en evaluatie en het kennisdelen via bestaande leernetwerken, CMO STAMM adviseert o.a. op bewonersparticipatie. De Werkplaats Sociaal Domein en de Academische Werkplaats Publieke Gezondheid hebben extra aandacht voor een goede overbrugging tussen wetenschap en praktijk en adviseren en informeren over relevante thema’s. Het RIVM en Pharos zijn ook belangrijke samenwerkingspartners.
Structuur is belangrijk en dat bleek ook in dit Drentse project. En die structuur bleek in alle gemeenten weer verschillen. Grofweg zijn vier succesfactoren:
Binnen de aanpak zijn ook partners uit de wetenschap betrokken. Het is de bedoeling dat zij hun schat aan kennis op het juiste moment bij de juiste mensen brengen. Maar in de praktijk blijkt dit nog niet zo eenvoudig. Hoe organiseer je dat? Het lijkt niet efficiënt om wetenschappers te laten aansluiten bij werkgroepen. Bovendien sluit hun kennis niet altijd aan bij de vraag en/of is kennis vaak niet voldoende toepasbaar. En om welke kennis gaat het eigenlijk?
De 12 gemeenten komen in drie stappen tot een afgewogen interventiemix met daarin ook erkende interventies. Alle gemeenten zijn momenteel bezig met onderzoeken en gesprekken die moeten leiden tot een afgewogen interventiemix. De drie stappen zijn:
Alle gemeenten bereikten de doelgroep inwoners op een andere (eigen) manier. Vaak werd aangesloten bij bestaande ‘ingangen’ en activiteiten. Zo werd in De Wolden aangesloten bij het lopende traject over positieve gezondheid en zijn inwoners actief benaderd door ergens met een bus te gaan staan en mensen daar te bevragen. In Aa en Hunze hebben inwoners een open huis georganiseerd voor de gemeente. In Assen is geput uit een lange lijst van inwoners die bekend zijn vanuit een ander traject. Ingangen waren ambtenaren van de gemeente zelf, en ook uitvoerende partijen, zoals stichting welzijn en jongerenwerk, of locaties waar je de doelgroep treft, zoals de plaatselijke supermarkt, de bibliotheek en de biljartclub.
In de twaalf Drentse gemeenten zijn gezondheidsprofielen opgesteld. Aan de hand van de stappen van de Toolkit Preventie zijn lopende interventies geïnventariseerd, gecategoriseerd en gewogen. Helder werd op welke thema’s en doelgroepen nog interventies nodig zijn of waar samenwerking of intensivering mogelijk is.
In dialoogtafels met bewoners zijn keuzes gemaakt. Uit de analyse blijkt dat er al heel veel ‘goeds’ gebeurt in alle gemeenten, maar dat er in veel gevallen nog meer behoefte is aan samenhang en continuïteit.
De gemeenten gaan een mix van erkende interventies inzetten, o.a. wordt gekeken naar Sociaal Vitaal, SMALL, gezondheidsambassadeurs, Welzijn op recept, Superchefs, Goedkope Gezonde Voeding, Citytrainers, Voel je goed, en Bewegen werkt.
In alle twaalf gemeenten zijn lokale werkgroepen gevormd en het project blijkt een vliegwiel te zijn om de beweging van ziekte en zorg naar gezondheid en gedrag te versterken. Inmiddels zijn er vier gemeenten die nu daadwerkelijk starten met de uitvoering van een interventie. De rest volgt op de voet.
Doel is integraal beleid maken voor het bevorderen van gezondheid, integraal samenwerken, echt transformeren:
De samenwerkende gemeenten en hun partners willen uiteindelijk inzoomen op (een mix van) de twaalf interventies, waarin ze samen verder leren. Ook willen ze het bovenregionale leernetwerk goed geregeld hebben, borgen en voortzetten.
Inwoners gezond en wel door samen met de inwoners te werken aan een effectieve wijkaanpak. De focus ligt op een brede blik op gezondheid, Positieve Gezondheid met zes dimensies, en samen leren.
De gemeenten Alphen aan den Rijn, Den Haag en Leiden werken al enige tijd aan het wijkgericht terugdringen van gezondheidsachterstanden. Ondanks alle inspanningen verdwijnen de achterstanden niet. Hoe kunnen ze inwoners bereiken en ze de ondersteuning bieden die ze nodig hebben, zonder dat elke gemeente het wiel helemaal opnieuw hoeft uit te vinden?
In project Wijzer in de Wijk stellen de drie gemeenten in co-creatie met inwoners en lokale partners een integrale wijkgerichte gezondheidsaanpak op, met Positieve Gezondheid als uitgangspunt. Op die manier krijgen ze beter zicht op wat inwoners belangrijk vinden en kunnen ze daar beter op aansluiten om gezondheidsachterstanden terug te dringen.
Samenwerkende partijen zijn de gemeenten Leiden, Den Haag, Alphen aan de Rijn, GGD Hollands Midden en GGD Haaglanden, Academische Werkplaats Publieke Gezondheid NZH, Zorgbelang Inclusief, Werkplaats Sociaal Domein Den Haag en Leiden en RIVM. Er wordt vanuit twee niveaus aan learning communities gewerkt: op overkoepelend niveau en op wijkniveau.
Stel het primaire proces in de wijken centraal en coördineer de faciliterende activiteiten van de andere samenwerkingspartners.
De aanpak bestaat uit het in samenwerkingsverband verkennen wat inwoners in de drie wijken belangrijk vinden en hierop aansluiten met een mix van erkende interventies.
Dit gebeurt in twee fasen:
Fase 1: opstellen integrale wijkplannen met en door inwoners (2018 – 2019).
In de drie wijken werd een proces van drie stappen doorlopen om tot een mix van interventies te komen:
Fase 2: uitvoeren en volgen van plannen (2019-2022)
Het uitvoeren en volgen van plannen met een mix van erkende interventies die bij de drie wijken passen (2019 – 2022), het versterken van de integrale aanpak en samenwerking in gemeenten zijn van belang in het project.
In beide fasen wordt vanuit twee niveaus gewerkt aan learning communities: op overkoepelend niveau en op wijkniveau.
In de uitwerkingssessies in de wijken spelen de lokale procesbegeleiders samen met de andere partners een cruciale rol om te komen tot gedragen monitorplannen. Wat daarbij helpt, zijn vier vragen die leidend zijn voor alle wijken (zie ook Belangrijkste resultaten)
Op overkoepelend niveau leggen we monitorplannen van de drie wijken naast elkaar en kijken we naar verschillen en overeenkomsten, en naar onze rode draad.
In fase 1 hadden we nog meer tijd en ruimte kunnen nemen om elkaars taal en cultuur te leren kennen. En respecteren dat de ene wijk de andere niet is.
Tijdens het opstellen van de monitorplannen per wijk in fase 2 merkten we dat het juist aardig is dat wijken onderling verschillen, ook qua dynamiek. In de ene wijk is meer met inwoners gewerkt, in de andere stonden de beroepskrachten meer centraal en in de derde wijk lag de nadruk op beleid en evaluatie. Daar hebben we ook weer van geleerd!
Doelgroep zijn inwoners met gezondheidsachterstand in wijk Stevenshof (gemeente Leiden), wijk Alphen Noord (gemeente Alphen aan den Rijn) en wijk Zuidwest (gemeente Den Haag).
In alle wijken zijn gesprekken gevoerd met focusgroepen bestaande uit inwoners. Het contact werd gelegd via de lokale procesbegeleiders. In Stevenshof is een programmagroep samengesteld, waarin ook de inwoners vertegenwoordigd zijn, en zijn er inspiratiebijeenkomsten voor inwoners en beroepskrachten gehouden. In Alphen Noord is met de wijkregisseur een toer door de wijk gemaakt. En in Den Haag Zuidwest is gebruik gemaakt van een stadspanel om beeld te krijgen bij wensen en verwachtingen van inwoners.
Voer gesprekken met inwoners vanuit een brede blik op gezondheid, Positieve Gezondheid, dat spreekt aan.
De drie wijken zijn in beeld gebracht (leefstijl, sociale omgeving, participatie, fysieke omgeving en gezondheidsbeleving). Op basis daarvan zijn de thema’s per wijk bepaald:
Daarbij zijn passende erkende interventies gekozen. Het resultaat is vastgelegd in een factsheet per wijk.
Op dit moment loopt fase 2: uitvoering en volgen van de plannen in elke wijk. De monitorplannen per wijk staan in de steigers en worden eind mei 2020 naast elkaar gelegd. Daarvan verschijnt een beeldverslag. Kijk daarvoor op www.wijzerindewijk.nl
Fase 2 moet antwoorden geven op de volgende vragen:
Doel voor fase 2 is de drie wijkgezondheidsplannen uitvoeren, volgen en daarvan leren, zodat het project een bijdrage kan gaan leveren aan het terugdringen van gezondheidsachterstanden met en voor inwoners in kwetsbare situaties. Het projectteam realiseert zich dat daarvoor een lange adem nodig is, zowel van lokale bestuurders, maatschappelijke organisaties als van inwoners.
In de regio Zaanstreek-Waterland strijden vijf gemeenten tegen overgewicht bij kinderen tot 18 jaar. Ze willen dat kinderen gezonder kunnen leven en de kinderen en hun gezin helpen met een gezondere leefstijl.
De regio Zaanstreek-Waterland staat in de top vijf van zwaarste regio’s van Nederland. Het percentage 10-jarige kinderen met overgewicht ligt met 17% hoger dan het landelijke gemiddelde (14%). GGD Zaanstreek-Waterland wil hier samen met de gemeenten Oostzaan, Wormerland, Edam-Volendam, Landsmeer en Zaanstad actie op ondernemen.
In project Gezond opgroeien in Zaanstreek-Waterland wil zorgen dat alle kinderen tot 18 jaar gezonder kunnen leven en meer kunnen bewegen. Daarnaast is het doel om kinderen met overgewicht beter te ondersteunen en gezinnen waar overgewicht een rol speelt te helpen aan een gezondere leefstijl. De integrale JOGG-aanpak in Zaanstad dient hierbij als voorbeeld.
De samenwerkende partijen zijn GGD Zaanstreek-Waterland, de gemeenten Oostzaan en Wormerland, Edam-Volendam, Landsmeer en Zaanstad, Zaans Medisch Centrum, Huisartsencoöperatie Zaanstreek-Waterland, Academische Werkplaats Jeugd en Gezondheid, en Werkplaats Sociaal Domein/Hogeschool van Amsterdam.
Alle partners zijn vertegenwoordigd in de stuurgroep die twee keer per jaar samenkomt. Zij richten zich op financiële en organisatorische borging van de aanpak. De werkgroep (regionale projectleider en lokale projectleiders) heeft regelmatig overleg, zowel fysiek als online. In Corona-tijd alleen online. De whatsappgroep zorgt voor korte lijntjes.
Naast het meer praktische werkoverleg is er twee keer per jaar de leerkring. Dat is gericht op doorontwikkeling van de aanpak op basis van evaluatie en onderzoek. De samenstelling van de leerkring wisselt, afhankelijk van het thema dat centraal staat. Zo staat voor de volgende leerkring het thema kwaliteit van leven bij kinderen centraal. Hiervoor nodigen we ook experts uit.
Tot slot is er de regionale denktank Gezond opgroeien. In de denktank zitten vier ouders en een jongere, die zelf ervaring hebben (gehad) met overgewicht. Zij denken met ons mee over de beste manier om ouders te betrekken bij de aanpak. Ook communicatiemateriaal wordt aan hen voorgelegd.
Er is al een goed voorbeeld van een succesvolle aanpak in de regio. De GGD werkt met Jongeren op Gezond Gewicht (JOGG-) Zaanstad aan een gezonde leefomgeving voor een gezonde jeugd. Naast preventie richt zij zich op ondersteuning van kinderen met overgewicht en obesitas en hun ouders.
De deelnemende gemeenten en de GGD willen deze integrale aanpak samen met inwoners en professionals aanpassen aan de lokale situatie en professionals trainen voor uitvoering ervan. De plannen bevatten interventies om de leefomgeving gezonder te maken en een ketenaanpak om kinderen met overgewicht en hun ouders passende ondersteuning te bieden. Ook samenwerking tussen professionals uit meerdere domeinen is van belang.
Voor het opstellen van een plan op maat per gemeente is de Gezonde Wijkaanpak van het RIVM gevolgd:
Doelen zijn heel scherp (SMART) gesteld: bijvoorbeeld ‘minstens vijf nieuwe gezonde organisaties in de regio (school, kinderopvang, buitenschoolse opvang)’, minstens tien nieuwe gezonde sportkantines’, ‘minstens vier herinrichtingsinitiatieven uitgevoerd die bewegen stimuleren’. Dat maakt het plan heel concreet en goed te evalueren.
Het implementatieplan bestaat uit lokale plannen per gemeente. Deze zijn via een extra validatie-onderzoek voorgelegd aan een nieuwe groep ouders die nog niet eerder had meegedacht. Aan de hand hiervan kunnen we de gekozen interventies zo aanpassen dat deze aansluiten bij de wensen van de doelgroep. Ook in ons vervolgtraject willen we interventies steeds toetsen aan de wensen van de professionals én de doelgroep zelf. Het gaat dus niet alleen om evaluatie na afloop, maar juist ook om het voortdurend bevragen en betrekken van de doelgroep die we willen bereiken.
De doelgroep bestond uit gezinnen met lage SES, gezinnen met migratieachtergrond en gezinnen met lage gezondheidsvaardigheden. Er zijn meerdere groepgesprekken gehouden met inwoners, zowel ouders als kinderen. Soms was het lastig om hiervoor de juiste mensen te bereiken en een goede groep samen te stellen. Een open oproep trok juist de ouders aan die al bewust bezig waren met een gezonde leefstijl. Het bleek beter te werken om aan te sluiten bij bestaande bewonersgroepen of ouderkamers.
Samen met de Hogeschool van Amsterdam is validatie-onderzoek op locatie gedaan bij Centra Jeugd en Gezin en een gymvereniging (peuter/kleutergym). Daar was de groep divers genoeg qua achtergrond, en mooi afgebakend qua leeftijd van de kinderen.
Het hoofddoel is overgewicht op wijk- en/of gemeenteniveau ten minste te stabiliseren. Hiervoor zijn drie procesdoelen geformuleerd die SMART zijn gesteld. De doelen op hoofdlijnen:
Zes gemeenten ontwikkelen een integrale aanpak om kwetsbare bewoners letterlijk en figuurlijk in beweging te krijgen. Zodat zij langer vitaal zijn, thuis (kunnen) blijven wonen en mee kunnen doen in de gemeente.
Lichamelijke beweging en sociaal actief zijn dragen bij aan goede gezondheid in de breedste zin. Zes gemeenten uit de regio IJsselland en de Achterhoek constateerden dat ze met hun aanpak rond beweging hun kwetsbare bewoners, zoals ouderen en mensen met psychosociale problematiek, niet voldoende bereiken. Een brede integrale aanpak is nodig.
In project Samen in beweging met kwetsbare bewoners geven zes gemeenten samen deze aanpak vorm zodat ze ook kwetsbare bewoners kunnen bereiken en stimuleren om in beweging te komen. Gemeenten zetten in op een integraal gemeentelijk beleid en een goede afstemming tussen partijen die begeleiding, zorg- en hulpverlening bieden.
De volgende partijen werken samen: gemeenten Oost Gelre, Winterswijk (regio Achterhoek, Gelderland), Hardenberg, Kampen, en Steenwijkerland en Zwartewaterland (regio IJsselland, Overijssel), GGD Noord- en Oost-Gelderland en GGD IJsselland,Werkplaats Sociaal Domein van Hogeschool Viaa en Academische Werkplaats Publieke Gezondheid AGORA.
Gedurende de looptijd van het project (3 jaar) komt elk half jaar per gemeente een leernetwerk samen. Deze lokale leernetwerken bestaan uit beleidsmedewerkers van alle betrokken beleidsdomeinen, professionals (sport, zorg, welzijn), actieve inwoners en kwetsbare inwoners. De leernetwerken hebben allereerst tot doel om de activiteiten te evalueren en waar nodig bij te sturen, zodat deze aansluiten op de praktijk en kwetsbare inwoners activeren. Het tweede doel is elkaar ontmoeten en interdisciplinaire lokale samenwerking bevorderen. Daarbij wordt soms externe expertise ingeschakeld rond een activiteit of rond samenwerking. De bijeenkomsten leveren ook input voor de evaluatie van het project.
In fase 1 is het project Samen in Beweging ontwikkeld. Via analyse van bestaande data, waaronder de GGD-monitors en analyse van bestaand gemeentebeleid, is per gemeente beschreven welke ouderen als ‘kwetsbaar’ worden getypeerd. Via interviews in elke gemeente is met medewerkers en inwoners rond zorg, welzijn en sport besproken hoe de kwetsbare bewoners kunnen worden bereikt, wat drempels zijn en welke inzet al bestaat. Deze interviews zijn in elke gemeente met de geïnterviewden nabesproken in een aantal bijeenkomsten met behulp van de methoden Dromenvanger en Interactive beleidsontwikkeling. Deelnemers gaven aan wat zij nodig vinden om kwetsbare inwoners in beweging te brengen. Zo is draagvlak ontstaan en is er per gemeente een netwerk tot stand gekomen. In alle zes gemeenten is op basis daarvan een plan van aanpak Samen in Beweging opgesteld.
Fase 2 richt zich op de implementatie van de gekozen paraplu-aanpak ‘Welzijn op Recept’ in alle gemeenten en op inbedding van de aanpak. Deze implementatiefase is in 2020 gestart. Er is een Evaluatieplan voor proces- en effectonderzoek opgesteld, met de gemeenten is een planning voor het eerste projectjaar opgesteld, de bijeenkomsten van de leernetwerken zijn gepland en de deelnemers uitgenodigd. De uitvoering is echter door corona opgeschort tot na de zomervakantie. Gemeenten, GGD’en, Viaa en AGORA bereiden nu activiteiten en onderzoek voor en ontwikkelen materialen zoals evaluatieformulieren en flyers.
In de verschillende gemeenten zijn verschillende kwetsbare doelgroepen gekozen: senioren, mensen met chronische of psychische aandoeningen. Deze keuze is samen met de gemeenten gemaakt op basis van data uit onderzoek naar kwetsbaarheid en na interviews met professionals, vrijwilligers en bewoners.
De doelgroep wordt bereikt via samenwerking met buurtsportcoaches, beweegmakelaars, welzijnsorganisaties, buurtcoaches, sociaal teams, ouderenconsulenten etc. Samenwerking is het sleutelwoord, en verbindingen leggen tussen de vele initiatieven die er al zijn.
De belangrijkste resultaten zijn draagvlak en een netwerk in gemeenten om met Samen in Beweging aan de slag te gaan, en zes plannen van aanpak inclusief financiering.
Met de betrokkenen per gemeente is gekozen voor de paraplu-interventie ‘Welzijn op Recept’, een erkende interventie uit de databank Gezond en Actief Leven. De gemeenten en betrokkenen zijn elk in het proces tot de conclusie gekomen dat ‘Welzijn op Recept’ een goede inhoudelijke basis en structuur biedt voor hun aanpak. Per gemeente is de invulling van de verdere activiteiten, de interventie-mix, ingevuld op basis van wijkkenmerken, wat inwoners en professionals belangrijk vinden en het gemeentebeleid.
Het project Samen in Beweging wil in elke gemeente of wijk (een variant van) bijdragen aan het gemeentelijk doel dat kwetsbare inwoners langer vitaal zijn, thuis (kunnen) blijven wonen en mee kunnen doen in de gemeente.
Daarnaast wordt er ook gezorgd dat:
Hiervan zijn ook afgeleide doelen geformuleerd voor professionals en stakeholders
Hoe stimuleer je het gebruik van erkende interventies en hoe bevorder je een brede lerende aanpak in gemeentelijke preventieprojecten? 6 lokale consortia zorgen voor kennis en inzicht voor preventief gemeentebeleid.
Naast de (tussentijdse) resultaten op het gebied van preventief gemeentebeleid, leest u in deze publicatie ook over ‘Wonen en leven in een gezonde wijk en omgeving’, sociaal economische gezondheidsverschillen, en leefomgeving en gezondheid.
Preventieonderzoek zorgt voor kennis over de gezonde wijk en omgeving. En dat deze zijn weg vindt in de praktijk, zodat alle burgers er wat aan hebben. Dit doen we samen met onderzoekers, beleidsmakers, onderwijsinstellingen, gemeenten en professionals en met burgers zelf.
Houdt u zich bezig met gezondheidsbevordering in een gemeente? Met de subsidieronde ‘Gemeenten Samen Gezond’ stimuleren we implementatietrajecten die beleid en uitvoering in de gemeenten versterken, gecombineerd met actieonderzoek. Dit gebeurt op basis van de behaalde kennisopbrengsten, waarover u leest in deze digitale publicatie. Deze (kennis)opbrengsten dienen als input en ter inspiratie voor de nu opengestelde subsidieoproep. Bekijk de publicatie om te zien hoe u gebruik kunt maken van de opbrengsten en waar u op kunt aansluiten.