Wat zijn de ontwikkelingen op het gebied van onderzoek naar het voorkomen, signaleren, stoppen en behandelen van (de gevolgen van) kindermishandeling in Nederland en hoe maken we de onderzoeksagenda bruikbaar voor de komende jaren? Op 14 maart 2019 kwamen de projectleiders en commissieleden van het deelprogramma kindermishandeling bij elkaar, samen met o.a. NJi, NCJ, movisie, LECK, Augeo, WODC en leden van de adviescommissie onderzoeks- en kennisprogramma Geweld hoort nergens thuis.
‘We hebben samen een geweldig doel’, begint Diana Monissen, voorzitter van de Commissie Veilig opgroeien. ‘Namelijk tegengaan dat kinderen de dupe worden van mishandeling. Met dat doel centraal gaan we vanmiddag kennis delen, discussiëren over de gang en stand van zaken en zoeken naar samenwerkingen.’
Binnen het ZonMw-deelprogramma Kindermishandeling lopen 2 soorten onderzoek: onderzoek naar de effectiviteit van bestaande interventies en instrumenten en onderzoek ter ondersteuning van het effectiviteitsonderzoek. Het laatste soort onderzoek richt zich op risicofactoren en oorzaken van kindermishandeling, de rol van professionals en randvoorwaarden voor implementatie.
Tijdens de bijeenkomst vertelt iedere projectleider kort over zijn of haar onderzoek: wat is het doel, welke aanpak is gekozen en hoe staat het nu met het onderzoek? Ook is er een overzicht gemaakt van welke onderzoeken op het gebied van kindermishandeling er op dit moment worden uitgevoerd, wat de aanpak is, welke resultaten er al zijn en welke resultaten we nog kunnen verwachten. De presentatie en het overzicht is ondersteunend aan één van de doelen van de bijeenkomst: delen, bundelen en versterken van kennis uit elkaars projecten.
Van to be done naar doing, naar done.
Alle doelen van de bijeenkomst staan genoteerd op post-its, verdeeld over posters met de titels ‘to be done’, ‘doing’ en ‘done’. Aan het einde van de bijeenkomst moeten alle post-its op de poster ‘done’ hangen.
Achterin de zaal hangt een groot schema met de namen van alle aanwezigen. Daarop geeft iedereen aan met wie hij of zij al contact heeft en met wie hij of zij nog contact zou willen. Iedere aanwezige ontvangt het ingevulde schema na afloop.
Zoek je ook contact met een collega? Mail naar kindermishandeling@zonmw.nl, we helpen je graag verder!
De Augeo Foundation heeft als doel dat alle kinderen in Nederland opgroeien in een veilige omgeving. Marga Haagmans, programmamanager Innovatie & Beleid bij Augeo, licht toe hoe de stichting professionals hierbij ondersteunt.
‘Uit onderzoek blijkt dat meer ingrijpende jeugdervaringen uiteindelijk ook meer fysieke gevolgen hebben. Die gevolgen kunnen professionals signaleren. En vervolgens is het zaak dat ze samenwerken tegen onveilige situaties en steun bieden aan de ouders of kinderen waarmee ze contact hebben.’
Haagmans vertelt over de 4 activiteiten van Augeo:
Op een snelle, laagdrempelige manier brengt de Augeo Academy de basiskennis van professionals op orde. Jaarlijks volgen tienduizenden leerkrachten, artsen, verpleegkundigen en andere professionals doelgroepgerichte digitale cursussen. Ze leren bijvoorbeeld te werken met meldcodes, te communiceren over geweld en gevolgen van mishandeling te herkennen. Zo’n 6.000 studenten en 500 docenten van beroepsopleidingen gebruiken een online lespakket over huiselijk geweld en kindermishandeling. En 6.000 professionals lezen het Augeo Magazine.
De zogenoemde Jongerentaskforce van Augeo bestaat uit 50 jongeren die ervaring hebben met bijvoorbeeld vechtscheidingen en ouders met verslavingsproblemen. Zij praten met beleidsmakers over beleid dat kinderen kan helpen, trainen professionals over (de effecten van) echtscheidingen en adviseren politici. Dat laatste doen ze op basis van onderzoek naar bijvoorbeeld veiligheidsbeleving in jeugdinstellingen.
Augeo traint professionals in het onderwijs en de kinderopvang en leert ze een steunfiguur te zijn voor kinderen die dat nodig hebben. In dat licht werkt Augeo ook aan de implementatie van het programma Handle with Care: een nieuwe samenwerking tussen scholen en ketenpartners zoals de politie. Het doel: een kind dat te maken krijgt met een geweldincident, ontvangt de volgende dag direct steun op school of op de opvang.
Met advies, onderzoek en publicaties hoopt Augeo beleidsmakers zover te krijgen dat ze effectieve maatregelen nemen om kindermishandeling tegen te gaan. Ruim 100 gemeenten en 1.300 gezinnen doen mee aan een door Augeo gefinancierd effectonderzoek, en mede door de inzet van Augeo is de Wet Meldcode aangescherpt. Ook de voortzetting van het G4-onderzoek zal waarschijnlijk invloedrijke resultaten opleveren.
‘De komende jaren richten we ons met name op het versterken van veerkracht van kinderen en gezinnen’, rondt Haagmans af. Uit de zaal komt de vraag of Augeo zich ook richt op preventie, door middel van acties tijdens zwangerschappen. ‘We praten nu met de JGZ over de mogelijkheden om eerder in het proces actief te worden. Klop zeker bij ons aan met ideeën! En heb je onderzoeksresultaten waarvan je denkt dat wij daar iets mee kunnen? Laat het ons weten.’
Op basis van vooraf ingestuurde vragen en uitdagingen discussiëren de aanwezigen met elkaar over 4 thema’s. Ze delen kennis, stimuleren elkaar om hiermee aan de slag te gaan en komen tot nieuwe inzichten. De kernpunten per discussie vindt u in de onderstaande sliders.
Het Rijk werkt samen met gemeenten, partners en praktijkprofessionals om kindermishandeling terug te dringen en schade bij kinderen te beperken. Daarvoor is het programma Geweld hoort nergens thuis (GHNT) opgesteld voor de periode 2018-2021. Dit programma bestaat uit een actieprogramma en een kennis- en onderzoeksprogramma. De doelen: gevallen van kindermishandeling eerder en beter in beeld krijgen, kindermishandeling stoppen en gevallen op een duurzame manier oplossen, en een doelgroepgerichte aanpak hanteren.
Stefanie Abrahamse, secretaris van de onderzoekscommissie, vertelt dat de adviescommissie van het onderzoeks- en kennisprogramma 3 opdrachten heeft:
‘We willen niet alleen onderzoeken wat we verder willen ontwikkelen en welke problemen we willen oplossen, maar zeker ook hoe we kennis kunnen overdragen en vertalen naar de praktijk.’
‘In december 2018 ging ons eerste advies op het gebied van monitoring naar de Tweede Kamer’, vertelt Abrahamse. ‘Daarin beschrijven we hoe we een monitoringsstructuur kunnen opzetten en welke voorwaarden we daaraan moeten stellen. We willen echt aansluiten op wat er al in de praktijk gebeurt en niet voor extra registratielasten zorgen. Ook stelden we een lange lijst indicatoren op, bijvoorbeeld voor het vakmanschap van huidige professionals en de inzet van interventies. De volgende stap is om samen met het veld een selectie te maken uit de indicatorenlijst en een partij te vinden die de monitoring kan uitvoeren.’
Vervolgens is het tijd om op te halen waar kennisbehoeften liggen: ‘Met deskresearch inventariseren we welke kennis onze diverse doelgroepen hebben, we rapporteren waar kennis mist en waar knelpunten bestaan. Op basis van prioriteiten uit de kennisagenda kunnen er voorstellen gedaan worden om kennis te ontwikkelen of door te ontwikkelen en bruikbaar te maken voor de praktijk. Deze voorstellen boordelen en honoreren we, en vervolgens gaan we monitoren. Vanaf het eerste begin ligt de focus op het bruikbaar en beschikbaar maken van kennis.’
Voor de kennissynthese zijn kennisinstituten aangehaakt. Abrahamse benadrukt: ‘We willen niet alleen onderzoeken wat we verder willen ontwikkelen en welke problemen we willen oplossen, maar zeker ook hoe we kennis kunnen overdragen en vertalen naar de praktijk. Voor het uitvoeren van de prioriteiten uit de kennisagenda werken we samen met ZonMw.’
Abrahamse: ‘Heb je ideeën voor onze agenda? Neem dan contact met mij op.’
In maart 2016 stelde ZonMw de onderzoeksagenda Effectiviteitsonderzoek Kindermishandeling op, met als doel om met onderzoek bij te dragen aan vermindering van het aantal slachtoffers van kindermishandeling en een betere behandeling van de slachtoffers. De afgelopen 3 jaar zijn er programmatisch onderzoeken uitgezet om daarmee een deel van de onderwerpen uit de onderzoeksagenda deels in te vullen. ZonMw neemt tijdens de bijeenkomst tijd om input op te halen voor een update van de agenda. Valesca Kuling, programmamanager van het programma Veilig Opgroeien, stelt via Mentimeter vragen aan de aanwezigen. De verwachting is dat de onderzoeksagenda nog voor de zomer aangepast is.
Hoe krijgen we als professionals de volledige olifant in beeld? Ofwel: hoe krijgen we als professionals allemaal een volledig beeld van wat er speelt binnen een gezin of bij een kind? Anita Kraak, programmaleider Veilig Opgroeien bij het Nederlands Jeugdinstituut (NJi), gaat met de aanwezigen in gesprek over deze moeilijke vraag.
Kraak is expert op het gebied van het integraal aanpakken van huiselijk geweld en kindermishandeling. Met een kleurrijk diagram schetst ze hoeveel domeinen betrokken waren in het bekende verhaal van Daniëlla.
‘Iedere organisatie heeft z’n best gedaan, en toch kon tragisch genoeg niet voorkomen worden dat Daniëlla overleed. Het lijkt soms wel of we als experts in parallelle processen werken, en allemaal slechts een deel van de metaforische olifant zien. We moeten inzien dat we allemaal een deel van de oplossing zijn.
Het NJi deed onderzoek om manieren te vinden voor het omgaan met complexe problemen. Het is in het belang van gezinnen, het werkplezier van professionals en de uitgaven van gemeenten dat we gezinnen met kindermishandeling en vaak onderliggende complexe problemen zo snel mogelijk herkennen, zodat we meteen ‘het goede’ kunnen doen. Diepte-interviews met professionals laten zien dat alle professionals weleens ervaren dat zorg stagneert. Dat ze verstrikt raken in kaders, systemen en protocollen en dat het niet meer mogelijk lijkt om enige hulp te bieden.
‘Er is geen product nodig, maar een beweging.’
De professionals geven aan dat ze de oplossing van het probleem niet zien in wat ze aangeboden krijgen – bijvoorbeeld protocollen, maar in hoe ze kunnen werken. Producten zouden professionals moeten ondersteunen bij hun werk, en dat houdt in: tijd nemen voor de cliënten, in het hier en nu, met ruimte en tijd voor échte interesse. Er is geen product nodig, maar een beweging.
Bedenk eens voor jezelf: Hoe kijk ik nu naar kennis? Ken ik de werkelijke dilemma’s in het veld? En wat betekent dat voor mijn handelen? En bespreek eens met je buren: past mijn handelen bij de complexiteit van het probleem?’
Kraak sluit af met een laatste Mentimetervraag: wat betekent kennis, leren en transformeren voor ons?
Wat vonden de aanwezigen van de bijeenkomst? Diana Monissen vraagt rond en krijgt antwoorden als ‘Ik krijg een gevoel van verbinding.’, ‘Ik heb veel geleerd.’, en ‘Volgens mij kunnen we samen verder!’
‘Samenwerking en multidisciplinariteit blijkt steeds weer belangrijk’, benadrukt Monissen. ‘Net als implementatie. Gelukkig zitten hier allemaal gedreven professionals die inzien hoe triest de situatie kan zijn voor kinderen. Laten we zorgen dat we wat we weten op een hoger niveau tillen. Dat we elkaar kennis benutten en deze inzetten voor de lange termijn.’
Op de hoogte blijven over Jeugd bij ZonMw? Meld u aan voor de ZonMw Nieuwsbrief Jeugd en volg ZonMw Jeugd op LinkedIn. Vragen of opmerkingen? Mail naar kindermishandeling@zonmw.nl.
ZonMw stimuleert gezondheidsonderzoek en zorginnovatie. ZonMw financiert gezondheidsonderzoek en stimuleert het gebruik van de ontwikkelde kennis - om daarmee de zorg en gezondheid te verbeteren. ZonMw heeft als hoofdopdrachtgevers het ministerie van VWS en NWO.
Tekst Leene Communicatie. Fotografie header Studio Oostrum.