Projectleidersbijeenkomst Mooie resultaten! En nu?

Borgen en verspreiden van resultaten van Palliantieprojecten
Na 5 jaar is het programma 'Palliantie. Meer dan zorg' afgerond. Tijd om de waardevolle kennis die het programma opleverde te borgen. Na een jarenlange focus op onderzoek, is dat best even omschakelen! Er was dan ook veel te leren tijdens de online projectleidersbijeenkomst 'Mooie resultaten! En nu?'

Uitwisseling van kennis

Op donderdag 17 juni kwamen projectleiders van de verschillende projecten binnen het programma Palliantie samen. Onder leiding van ZonMw en het consortium Propallia vond een waardevolle uitwisseling plaats tussen de ongeveer 70 deelnemers. Ook al was de bijeenkomst digitaal, boden de chat, workshops en speeddates volop ruimte voor interactie.

Plenaire opening: verhaal patiënt-naaste

Afbeelding
Loek Wheeler foto
Loek Wheeler

De bijeenkomst werd inhoudelijk afgetrapt door een actief lid van de Patiënt en Naastenraad van het consortium Propallia: Loek Wheeler. In het kader van het project Oog voor naasten en nabestaanden, interviewde zij een aantal naasten van patiënten. Het verhaal van de 73-jarige Kees sprong er voor haar echt uit. ‘Kees deed allerlei hand-en-spandiensten in het verpleeghuis waar zijn vrouw verzorgd werd: dagelijks de koffie rondbrengen en patiënten vervoeren bijvoorbeeld’, vertelde ze.

Lezing: datasharing in de palliatieve zorg

Afbeelding
Melle Sieswerda
Melle Sieswerda

Het delen van data is een belangrijke stap om onderzoeksresultaten breed in de praktijk te brengen. Zo hoeft niet elke organisatie opnieuw dezelfde ontdekkingen te doen, maar kun je voortbouwen op elkaars werk. Maar hoe deel je data op een veilige manier? Daarvoor introduceerde Melle Sieswerda, arts en promovendus big data bij het Integraal Kankercentrum Nederland (IKNL) en Maastro, een nieuwe techniek.

‘Traditioneel gezien, brengen we data centraal bijeen om deze vervolgens te analyseren. Maar dat levert pijnpunten op’, legde Sieswerda uit. ‘Denk aan moeilijkheden rond privacy, logistiek en controleverlies. Een goed alternatief is de Personal Health Train (PHT). In dit netwerk brengen verschillende gebruikers hun analyseverzoek naar de data, in plaats van andersom. Partijen helpen elkaar zo een deel van de puzzel op te lossen, zonder daadwerkelijk hun data te delen. Mogelijk zelfs geautomatiseerd. Niet alleen is dit veiliger en makkelijker, het biedt ook eindeloze mogelijkheden om gestructureerde én ongestructureerde data te analyseren.’ Sieswerda nodigde deelnemers uit via IKNL aan te haken bij deze bewezen techniek, en daar werd in de chat al positief op gereageerd.

Workshop: datasharing

Of je nu gebruikmaakt van de Personal Health Train of van gecentraliseerde data-analyse: het is belangrijk dat je data ook bruikbaar is voor anderen. Daarom gaf Margreet Bloemers een workshop datamanaging, specifiek toegespitst op de eisen binnen ZonMw-projecten.

Wie een subsidieaanvraag doet bij ZonMw, wordt verwacht aan datamanagement te doen en te zorgen voor FAIR data. Als je data goed vindbaar, toegankelijk, uitwisselbaar en herbruikbaar is, kunnen anderen binnen de onderzoeksgemeenschap immers voortbouwen op jouw bevindingen. ‘Maar FAIR data betekent niet dat je data open en bloot op internet hoeft te staan. Bij gevoelige data kun je een drempel inbouwen, zoals een toegangscode die je alleen met andere onderzoekers deelt,’ verhelderde Bloemers. ‘Belangrijk bij zo’n keuze – en bij alle keuzes in datamanagement, is een goede samenwerking tussen de onderzoeker en de datasteward.’

In de poll gaven deelnemers aan welke data zij graag met anderen delen. Hun methode bijvoorbeeld. ‘Een methode is niet een-op-een te digitaliseren, maar je kunt zo’n stuk data tóch FAIR maken. Bijvoorbeeld door te omschrijven hoe de data tot stand is gekomen en welke andere eigenschappen van belang zijn’, legde Bloemers uit. ‘Alle verschillende typen data vragen een andere aanpak om ze herbruikbaar te maken. Als je interviewt, kun je bijvoorbeeld het transcript anonimiseren. Als er dan toch tot de persoon herleidbare informatie in staat, kun je in elk geval omschrijven wat er in het interview gebeurd is. Het is altijd maatwerk. Let ook op: wat is voor jouw onderzoeksveld belangrijk? Daar kunnen jullie met elkaar afspraken over maken.’

Aan het eind van de workshop bood Bloemers aan een verdiepende workshop te willen geven als daar belangstelling voor is.

Workshop: patiënten bereiken

Afbeelding
Winny Toersen
Winny Toersen

Hoe betrek je patiënten en naasten in je onderzoek? En hoe laat je je projectresultaten bij hen aansluiten? Daarover deelden deelnemers aan deze workshop hun ervaringen. Workshopleider Winny Toersen (Patiëntenfederatie Nederland) nam het voortouw. Zij gaf onder meer aan dat de Patiëntenfederatie een patiëntpanel heeft aangesteld, om het patiëntperspectief voldoende mee te nemen. 

‘Door dat panel een plek te geven in het proces, borg je meteen de stem van patiënten en naasten. Het is een continu proces: je moet altijd blijven vragen en blijven checken.’

Vervolgens werden verschillende deelnemers in de uitzending gehaald om hun eigen tips te delen. De ontwikkelde materialen aanpassen naar een patiënten- en naastenversie was een waardevolle tip. En out of the box denken als je niet direct je doelgroep kunt vinden. Een deelnemer vertelt: ‘Wij hebben patiëntenorganisaties gevraagd onze oproep uit te zetten in hun grote ledenbestand. Dat leverde – zij het met een omweg – veel reacties op.’ Een andere deelnemer bracht een dilemma in: ‘Enerzijds heb je patiënten en naasten nodig voor je onderzoek, maar anderzijds hebben zij al zo veel op hun bord. Het zou mooi zijn een handreiking te krijgen over hoe je patiënten en naasten op een verantwoorde manier betrekt.’ Toersen gaf aan dit punt mee te nemen naar haar collega’s bij Patiëntenfederatie Nederland, maar gaf ook al direct wat suggesties: ‘Zet je schroom opzij en vraag gewoon of mensen willen meewerken. Biedt daarbij wel heel duidelijk de mogelijkheid om nee te zeggen. En bouw op voorhand evaluatiemomenten in waarbij je met elkaar kijkt: past dit nog? Digitaal samenkomen in plaats van fysiek biedt natuurlijk ook mogelijkheden.’

Lezing: neem je bestuurder mee

Afbeelding
Stefan Fiselier
Stefan Fiselier

Na de pauze was de beurt aan de voorzitter van Propallia, Stefan Fiselier. Hij legde uit hoe belangrijk de invloed van managers en bestuurders is voor de implementatie en borging van onderzoek. ‘Bestuurders betekenen vaak het verschil tussen resultaten die geïmplementeerd worden, en resultaten die in een lade terechtkomen.’

Dus hoe krijg je bestuurders mee in je plannen voor implementatie en borging? Daarvoor zette Fiselier een aantal succesfactoren op een rij. ‘Allereerst is het belangrijk te weten wat er speelt in een organisatie. Kijk over je onderzoek heen en verplaats je in de bestuurder: waar ligt die wakker van? En hoe draagt jouw onderzoek bij aan een betere situatie? Begin dus with the end in mind: neem je bestuurder mee naar die mooiere toekomst en maak hem of haar mede-eigenaar van je onderzoek. Zo start je ook meteen met aandacht voor de borging.’ Verder tipte hij onder meer de communicatie beknopt en simpel te houden, en zo nodig autoriteit te lenen voor onderbouwing. ‘Denk aan een verplichting uit een kwaliteitskader, of een opmerking uit een inspectierapport.’ Na de lezing verschenen veel dankbare reacties in de chat: het bestuurdersperspectief werd als zeer waardevol ontvangen.

Workshop: borging in de praktijk

Afbeelding
An Reyners portretfoto
An Reyners
Afbeelding
Annemie Courtens
Annemie Courtens

An Reyners (UMCG) vertelde over het project Als niet alles is wat het lijkt, waarmee zingeving in de zorg werd geïmplementeerd in het consortium Ligare. Ze benoemde onder meer de inzet van implementatieduo’s. Reyners nodigde de deelnemers uit mogelijke belemmeringen en kansen rondom implementatie en borging te bedenken, en deelde oplossingen die daadwerkelijk zijn gevonden. Bijvoorbeeld het vooraf laten aanleveren van een borging- of implementatieplan door deelnemende organisaties.

Workshop: toegankelijke projectresultaten

Afbeelding
Gudule Boland
Gudule Boland © Frank van der Burg Fotografie

Het is zover: je onderzoek is afgerond en je bent trots op je eindproduct. Nu nog zorgen dat het wordt gebruikt! Je doelgroep bereiken is 1 ding, maar effectief communiceren is net zo belangrijk. Gudule Boland van Pharos gaf een workshop over hoe je dat het beste doet. Vooral met doelgroepen die vaak over het hoofd worden gezien, is communicatie op maat belangrijk.

‘Ongeveer 29 procent van de Nederlanders heeft moeite om informatie over gezondheid te verkrijgen, te begrijpen en te gebruiken’, vertelde Boland. ‘Dat maakt het lastig beslissingen te nemen over hun gezondheid. Let daarom op het communicatieniveau van je onderzoek. Wanneer je taalgebruik bijvoorbeeld te moeilijk is, vallen er mogelijk groepen buiten je onderzoek. Dit heeft als gevolg dat de uitkomsten niet geldig zijn voor de hele groep. Mijn advies is daarom op B2-niveau de communicatie in te steken.’

Boland adviseerde ook gebruik te maken van inclusieve beelden. Wanneer mensen zich niet herkennen in het beeld zijn ze namelijk minder geneigd mee te werken. ‘En denk ook na over de woordkeuze. Toen ouders de vraag werd gesteld of ze een probleem hadden met de opvoeding, reageerden ze niet. Ze legden namelijk de relatie met ‘voeding’, en daar hadden ze geen vragen over. Het woord ‘opvoeding’ was dus te abstract.'

De interactieve workshop met polls en vragen was een inspiratie voor deelnemers om de verspreiding van resultaten inclusiever te maken. Boland gaf aan dat Pharos daar graag bij helpt.

Speeddates

Om in deze digitale setting toch te kunnen netwerken, deden deelnemers halverwege de ochtend mee aan een ‘speeddate’. In korte rondes wisselden zij uit welke kansen en barrières ze tegenkomen bij het borgen en verspreiden van hun projectresultaten. Ze deelden de nieuwe ideeën die ze al hadden opgedaan tijdens de bijeenkomst, en werden uitgenodigd elkaar tips te geven. Aan het eind van de bijeenkomst schreven zij hun ervaringen in de chat.

Wat waren de belangrijkste tips en adviezen die zij van anderen kregen? Een greep uit de reacties:

  1. Probeer je project in bestaande processen te borgen.
  2. Zet multidisciplinaire teams in en voeg ook mensen toe met een commerciële blik.  
  3. Overweeg eens te sparren met een professioneel marketingbureau.
  4. Zorg dat je je kwaliteitsmedewerker kent: die kan alles wat je ophaalt in de organisatie brengen.
  5. Werk aan correcte beeldvorming: wat versta je onder palliatieve zorg?
  6. Ontwikkel verschillende leermaterialen zodat men zelf kan kiezen wat het best aansluit.
  7. Start al met de inzet van social media als je onderzoek nog loopt. Vier je successen, hoe klein ook.
  8. Deel ook de kleine (tussen)stapjes in je project. Geef daarin je stakeholders een rol.
  9. Blijf volhouden: langzamerhand bereik je een steeds bredere kring!
  10. Het betrekken van het management of bestuur kan in vele lagen. Welke laag de meest ‘geschikte’ is voor je onderzoek, verschilt per organisatie. Verdiep je daarvoor in je organisatie.
  11. Neem al aan de start van je project de bestuurders van de organisatie mee.
  12. Maak een makkelijk leesbare samenvatting van je project en je resultaten. Die zal niet alleen welkom zijn bij patiënten en naasten, maar ook bij zorgverleners en managers.

Het vervolg: Palliantie II

Tot slot kwam het vervolgprogramma 'Palliantie II' aan bod. Daarin wordt voortgebouwd op de kansrijke resultaten van 'Palliantie. Meer dan zorg'. Meer informatie over het programma is te vinden op de pagina van Palliantie II. Wie graag persoonlijk de mogelijkheden wil doorspreken, kan een belafspraak maken via palliatievezorg@zonmw.nl.

Ervaringen van deelnemers

Afbeelding
Michael Echteld Portretfoto
Michael Echteld

‘Goed om tijdens de bijeenkomst te merken dat ZonMw zo serieus omgaat met datamanagement en ons daarin wil faciliteren. Ik ben zeer geïnteresseerd in de Personal Health Train en voornemens daarbij aan te haken met huidige en toekomstige projecten. Als hogeschool hebben we nog geen uitgebreide datashare-traditie, maar ik zie dat als een kans om direct te werken volgens de nieuwste technieken. Fijn dat vooraanstaande innovators zoals Melle Sieswerda die met ons delen!’

Michael Echteld, lector Zorg rond het levenseinde bij Avans Hogeschool

Afbeelding
Marcella Tam
Marcella Tam

‘Het was een mooie bijeenkomst waarbij deelnemers zichtbaar ‘aha-momenten’ hadden. Bijvoorbeeld bij de tips over hoe je het management van zorgorganisaties kan betrekken. Ik heb echt het idee dat dit heeft geholpen om onderzoek beter te laten landen. Ook fijn dat de speeddates zo’n succes waren: goed om van elkaar te horen hoe het gaat en wat bij een ander werkt. Bij Palliantie II worden ook weer contacten tussen projectleiders gestimuleerd. En wellicht is het zinvol een community of practice te starten voor mensen die hun resultaten in de praktijk willen brengen.’

Marcella Tam, projectleider Oog voor Naasten en Nabestaanden bij Propallia

Afbeelding
nico knibbe portret
Nico Knibbe

‘Van het begin af aan moet je andere organisaties enthousiast maken voor je project, opdat zij na de subsidieperiode aan de slag gaan met de resultaten. Dat werd meer dan duidelijk tijdens deze bijeenkomst. Fijn om tijdens de speeddates te merken dat iedereen daar zijn weg in moet vinden: er is immers geen blauwdruk. Het loont om je licht eens op te steken bij professionals van een andere leest. Zo zijn marketeers bijvoorbeeld specialist in het verkopen van een boodschap.’

Nico Knibbe, projectleider Rouwen in coronatijden bij LOCOmotion