‘Digitalisering is de sleutel tot passende, laagdrempelige JGZ.’ Paula Zwijgers, adviseur bij het Nederlands Centrum Jeugdgezondheid (NCJ), is daarvan overtuigd. Ze vertelt over digitale mogelijkheden in de JGZ en wat er nodig is om deze te benutten.
Digitale toepassingen in de zorg kunnen op interesse rekenen van zorgprofessionals, ouders en overheid. Terecht, vindt Paula Zwijgers, die zo’n 30 jaar in de zorg werkt binnen de driehoek van beleid, werkprocessen en ICT. Ze houdt zich vandaag de dag hoofdzakelijk bezig met de Techagenda JGZ van het NCJ. Bij het NCJ lopen – opgestart in samenspraak met het veld – verschillende projecten om het gebruik van data en digitale middelen te bevorderen en deze verder te ontwikkelen.
‘Een belangrijke voorwaarde voor het bieden en ontvangen van passende zorg, is goed geïnformeerd zijn’, weet Zwijgers. ‘eHealth-middelen kunnen hieraan bijdragen.’ Ook met het oog op het Landelijk Professioneel Kader is informatievoorziening en dus eHealth waardevol. ‘Dit kader geeft ruimte voor flexibele JGZ, waarbij professionals de ondersteuningsbehoefte en -noodzaak met ouders en kind afstemmen. Zijn deze laag, dan is minder contact een optie. Dit bespaart, samen met bijvoorbeeld digitalisering van consulten, kostbare tijd. Tijd die andere gezinnen juist hard nodig hebben.’
‘Een belangrijke voorwaarde voor het bieden en ontvangen van passende zorg, is goed geïnformeerd zijn. Digitalisering kan hieraan bijdragen.’
Zwijgers geeft een voorbeeld van een techproject van het NCJ. ‘Ouders bleken behoefte te hebben aan een digitaal platform waar ze alle informatie over gezonde opvoeding – van schermtijd tot eten – konden vinden. Zo’n platform ontwikkelen we nu. We bundelen alle middelen en informatie die al voorhanden is en vullen waar nodig aan. Én we voegen een 24/7 chat- en belmogelijkheid toe.’
Een ander voorbeeld betreft advisering over voeding en gezond gewicht. ‘Artsen geven nu nog op basis van lengte, lichaamsgewicht en de groeicurve een advies’, schetst Zwijgers. ‘Dat kun je vrij makkelijk automatiseren door aan algoritme een advies te laten produceren op basis van getallen die je invoert. Artsen vervullen uiteraard nog steeds hun adviserende rol, maar krijgen daarin wat ondersteuning van het algoritme.’
‘Door de decentralisatie zijn we geneigd om allemaal het wiel opnieuw uit te vinden’, merkt Zwijgers. ‘Maar het is veel slimmer om krachten te bundelen, zeker voor eHealth: de middelen kosten vrij veel geld en denkkracht. Een dashboard dat we ontwikkelen om ouders en professionals in één oogopslag te laten zien hoe een kind functioneert op allerlei vlakken, stellen we bijvoorbeeld meteen beschikbaar voor iedereen.’
Het NCJ ontwikkelt een zogenoemde JGZ-store waarin alle eHealth-middelen en ideeën hiervoor komen te staan. Ook overlegt het regelmatig met projectleiders van het ZonMw-programma Versterking uitvoeringspraktijk JGZ over nog meer manieren om samenwerking te stimuleren en digitale innovaties meer bekendheid te geven. Zwijgers: ‘Een van de projecten onder dit programma is I-JGZ. We onderzoeken in de praktijk hoe we eHealth-middelen kunnen implementeren en op elkaar laten aansluiten.’
Tekst Leene Communicatie. Portret Martin de Bouter. Sfeerbeeld Studio Oostrum