Het Verwey-Jonker Instituut onderzocht samen met het NIBUD de werking van het lespakket Moneyways op mbo-scholen. Onderzoeker Marian van der Klein is positief, maar waarschuwt wel voor te hoge verwachtingen: ‘Met drie lessen voorkom je niet dat jongeren in de problemen komen.’
Volgens Van der Klein laat het onderzoek goed zien dat jongeren eigenlijk weinig weten over omgaan met geld. Dat is ook te lezen in het onderzoeksrapport waarin een aantal uitspraken van jongeren staat, die zij deden na het volgen van de lessenreeks Moneyways. Zo vertelt één van de leerlingen dat ‘ze hebben geleerd wat het verschil is tussen een zorgverzekering en een zorgtoeslag’. En na een les waarin ze op een rijtje zetten wat je allemaal kunt doen met het budget van een leeftijdsgenoot, zegt een student: ‘Ik schrok me rot dat alles zo duur is…’ Van der Klein: ‘Vanaf hun 18e levensjaar zijn jongeren zelf financieel verantwoordelijk én aansprakelijk. Daar moeten ze dan wel op voorbereid worden.’
Veel gemeenten zoeken in het kader van schuldhulppreventie naar een goede manier om jongeren te bereiken. Wat kan dit onderzoek hen leren?
Moneyways is een reeks van 3 lessen op het mbo en voortgezet onderwijs, gegeven door ‘peers’, jonge mensen die vaak zelf geldproblemen hebben gehad. Van der Klein: ‘Het is een goed uitgewerkt en doordacht lespakket waarin jongeren op een ongedwongen manier leren praten over allerlei zaken die met geld te maken hebben. De leerlingen mogen aan die peers vragen stellen over wat zij hebben meegemaakt en ze gaan aan de slag met het beheren van het budget van één van die peers.’
‘Wat het onderzoek ook duidelijk laat zien is dat de inzet van peers heel erg gewaardeerd wordt door de studenten’
‘Wat ik echt opvallend vind, is dat jongeren eigenlijk zelden over geld praten’, vervolgt Van der Klein. ‘Niet thuis, niet op school en ook niet onderling. En als je niet over geld praat, praat je al helemaal niet over problemen met geld. Dus ja, Moneyways is echt zinvol. Dat werd ook heel duidelijk in de gesprekken die wij voerden met leerlingen, docenten en stakeholders. Schuldhulppreventie begint met praten over geld. En dat is precies de kracht van Moneyways.’
Het onderzoek is uitgevoerd bij 108 mbo-klassen in Leiden, Roosendaal en Utrecht. In totaal 143 studenten vulden een vragenlijst in. Dat werd 6 weken na het geven van het lespakket herhaald. In het kwalitatieve onderdeel van het onderzoek werden de lessen geobserveerd, werden studenten en docenten geïnterviewd en werden groepsgesprekken gehouden met peer educators, gemeenten en stakeholders uit het veld van jongeren en financiële hulpverlening.
Overigens benadrukt Van der Klein dat er naast Moneyways ook andere initiatieven zijn. ‘Je hebt bijvoorbeeld Get a Grip, Money Knowhow en Moneywise en in sommige gemeenten geven de schuldhulpverleners van de gemeente voorlichting op scholen. Wij hebben natuurlijk die alternatieven niet onderzocht, maar ik denk dat je overal zult zien dat het voor veel jongeren heel leerzaam is om een keer gestructureerd in een aantal lessen te leren wat omgaan met geld in de praktijk eigenlijk betekent en wat daar allemaal bij komt kijken.’
Toch zullen 3 lessen niet gelijk zorgen voor een gedragsverandering blijkt uit het onderzoek. Een meting met een vragenlijst vooraf en een meting 6 weken na de laatste les, laat geen grote gedragsverschillen zien, al geven de mbo-studenten aan minder vaak ‘met vrienden uit eten te gaan als zij niet zo veel geld hebben’. Ook laten zij vaker weten dat zij ergens ‘hulp hebben gezocht voor financiële vragen’. Van der Klein: ‘Die lessenreeks is natuurlijk een speldenprik in het leven van een jongere, maar wel een hoogstnoodzakelijke.’
Gesprekken met focusgroepen gaven duidelijk aan dat de studenten baat hebben bij de lessen. Dat vinden zowel de docenten als de peers, maar vooral ook de leerlingen zelf. Door de peer-to-peer benadering, de oefening met het budget van de peer en de open manier van praten over financiële zelfstandigheid, zijn de studenten minder onzeker geworden. Dat blijkt ook uit het vragenlijstonderzoek. Bovendien weten ze beter waar ze terechtkunnen als ze vragen hebben.
Van der Klein: ‘Belangrijk is dat het om een methodisch goed uitgewerkt lespakket gaat, waarbij ook de training en begeleiding van de peers geregeld is. Dat gebeurt door Diversion, de organisatie achter Moneyways. Wat het onderzoek ook duidelijk laat zien is dat de inzet van peers heel erg gewaardeerd wordt, door studenten en docenten. Het zijn toch leeftijdgenoten die uit eigen ervaring kunnen vertellen waar je mee te maken krijgt, wat er mis kan gaan en hóe je dat kunt voorkomen. Juist die persoonlijke insteek door leeftijdsgenoten maakt dat deze methode zeer de moeite waard is.’