Sekse en gender: mogelijke sleutel in heterogeniteit in risicofactoren en langetermijnuitkomst ADHD

ADHD is een veelvoorkomende stoornis die samengaat met verschillende problemen. Dit project onderzoekt de vraag waarom ADHD bij kinderen vaker wordt vastgesteld bij jongens dan meisjes en geeft meer inzichten in de verschillen aard en presentatie hiervan.

Projectleider Siri Noordermeer licht toe hoe zij sekse en gender hebben geïntegreerd binnen dit project.

Wat was de belangrijkste onderzoeksvraag, en welke rol zouden sekse of gender gerelateerde aspecten daarin kunnen spelen?

‘ADHD is een veelvoorkomende psychiatrische stoornis die voor komt bij 5% van de kinderen en 3% van de volwassenen. De stoornis leidt tot spanningen in de sociale omgeving van het kind en is een risicofactor voor een ongunstige ontwikkeling. Meer dan 60% van de kinderen met ADHD ondervindt als volwassene functionele beperkingen evenals een verhoogd risico op andere mentale en lichamelijke aandoeningen. Een onopgehelderd fenomeen is dat ADHD in de kindertijd tot drie keer vaker vastgesteld wordt bij jongens dan meisjes, terwijl dit verschil bij volwassenen verdwenen lijkt. Daarnaast lijken de aard en presentatie voor jongens/mannen versus meisjes/vrouwen verschillend. Er lijken daarbij sekse- en/of genderspecifieke verschillen in risicofactoren en langetermijnuitkomsten te zijn.’

Hoe heb je sekse en/of gender geoperationaliseerd binnen dit project?

‘Binnen dit project is sekse uitgevraagd als geboortegeslacht.

Voor gender is gebruikgemaakt van de TMF (Traditional Masculinity Femininity)* in combinatie met een visueel analoge schaal (VAS) waarop de deelnemer aan kon geven in hoeverre de persoon zich als mannelijk op het ene uiterste of vrouwelijk op het andere uiterste identificeert.

In de vragenlijst werden zowel de genderidentiteit van de deelnemer uitgevraagd (meerkeuze), alsook de heersende gendernorm in rekening genomen (‘Mijn interesses worden traditioneel gezien als….’). Deze vragen werden de deelnemer online gepresenteerd via een slider (VAS).’

*Kachel, S., Steffens, M. C., & Niedlich, C. (2016). Traditional masculinity and femininity: Validation of a new scale assessing gender roles. Frontiers in Psychology, 7(JUL). https://doi.org/10.3389/fpsyg.2016.00956

Welke onderdelen in de operationalisatie van sekse en/of gender werkten goed? En welke minder goed?

‘Deze vraag is nog niet te beantwoorden omdat het onderzoek nog loopt.’

Welke tips wil je meegeven aan andere onderzoekers om sekse en/of gender te integreren in hun onderzoek?

Mijn 2 tips voor onderzoekers:

  1. Op de VAS-schaal kan men aangeven in hoeverre men zich mannelijk of vrouwelijk voelt. In de TMF zijn enkele VAS-schalen opgenomen over interesses, voorkomen en gedrag.  Beide laten in een pilot analyse voldoende spreiding zien. Daarom kiezen we ervoor deze maten ook zo te gebruiken voor het vervolg van het project.
  2. Van deelnemers kregen we positieve reacties op het uitvragen van gender. Dit bevestigt ons dat gender ook voor onze doelgroep een actueel onderwerp is.