Suïcides voorkomen door monitoring én nazorg

Integrale netwerkaanpak suïcidepreventie
Een stevig lokaal vangnet voor mensen met suïcidale gedachten en mensen die een suïcidepoging hebben gedaan: dat is het doel van Sumona. In dit nieuwe preventieprogramma werken lokale partners binnen en buiten de zorg samen om suïcides te voorkomen.

Sumona - suïcidepreventie, monitoring en nazorg - is de afgelopen twee jaar met subsidie van ZonMw ontwikkeld door Indigo Haaglanden, Indigo Rijnmond en GGZ Breburg. Het is een samenvoeging van twee eerdere initiatieven rond suïcidepreventie: SuNa (Suïcidepoging Nazorg) en Supremocol (Suïcidepreventie door monitoring en collaborative care).

Het SuNa-project biedt nazorg na een suïcidepoging. Het project draait al sinds 2008 bij Indigo Haaglanden. Indigo Rijnmond werkt sinds 2018 ook met SuNa. Mensen die na een suïcidepoging op de Spoedeisende Hulp terechtkomen, krijgen de vraag of een casemanager van Indigo contact met hen mag opnemen. ‘9 van de 10 mensen zeggen ja’, vertelt Diane Blommestijn. Ze is casemanager van SuNa en projectleider van Sumona.

Vooral luisteren

‘Wij nemen binnen vijf werkdagen contact op. We zijn geen behandelaars, maar gaan het gesprek aan en luisteren vooral. De meeste mensen vinden het heel prettig dat ze open met ons kunnen praten over hun suïcidaliteit.’ Gedurende een half jaar zijn er wekelijks of maandelijks gesprekken, afhankelijk van de behoefte. Daarbij bekijken cliënt en casemanager ook of er andere zorg nodig is: op psychisch gebied maar ook op andere terreinen, zoals huisvesting of schulphulpverlening.

Telefonische begeleiding voor mensen met suïcidale gedachtes

Supremecol, het regionale Brabantse preventieproject waar GGZ Breburg sinds 2016 aan deelneemt, is een monitoringsysteem voor mensen met suïcidale gedachtes. Zorgverleners als huisartsen en medewerkers van wijkteams kunnen mensen met suïcidale gedachtes aanmelden voor monitoring, mits ze daar zelf toestemming voor geven. Ook partners buiten de zorg kunnen mensen aanmelden. Zoals schooldecanen, spoormedewerkers, deurwaarders, politieagenten. Gedurende een jaar lang worden deze mensen telefonisch begeleid door een casemanager van GGZ Breburg.

Samenvoeging aanpakken suïcidepreventie

‘Door het samenvoegen van de Haags-Rotterdamse en de Brabantse aanpak willen we nog meer mensen met suïcidale gedachtes en gedrag bereiken’, vertelt Blommestijn. ‘Omdat onze hulp direct aansluit bij wat op dat moment nodig is, haken mensen minder snel af. Als iemand twee keer niet op komt dagen bij een afspraak, bellen we nog een keer of gaan we thuis langs. Bij een regulier behandeltraject wordt de behandeling dan vaak al afgesloten.’

Het nieuwe programma richt zich zowel op vroegsignalering van mensen die aan suïcide denken als op nazorg van mensen die al een suïcidepoging hebben gedaan. Er is een handboek ontwikkeld, met een uitgebreide handleiding van de methode, plus een training voor casemanagers.

4 pilotprojecten

In 2023 starten, in samenwerking met 113 Zelfmoordpreventie, 4 pilotprojecten waarin Sumona wordt uitgeprobeerd: in Den Haag, Wassenaar, Amersfoort en Rotterdam. Met behulp van intervisiebijeenkomsten gaan de medewerkers elkaar ondersteunen. Ook wordt er een tevredenheidsonderzoek gehouden onder cliënten in Den Haag, Amersfoort en Rotterdam. In Wassenaar start ook een onderzoek onder aanmelders. Blommestijn: ‘Op termijn hopen we zo’n onderzoek bij alle pilots te doen. Omdat we juist ook van aanmelders willen horen hoe deze aanpak bevalt.’

De initiatiefnemers hopen dat Sumona uiteindelijk landelijk wordt uitgerold. Blommestijn: ‘Er zijn nog te veel mensen die we niet tijdig in beeld krijgen. Ik ben ervan overtuigd dat een sterke lokale keten van suïcidepreventie zelfdodingen kan voorkomen.’

Vaste contactpersonen

Het ketenzorgnetwerk dat inmiddels in Den Haag is opgebouwd, functioneert goed. ‘We hebben contacten met ziekenhuizen, zorginstellingen, woningcorporaties en huisartsen’, zegt Blommestijn. ‘Bij veel instellingen hebben we een vaste contactpersoon, die de aanmeldingen doet. Heel belangrijk, want dan hoef je daar niet steeds achteraan.’

Niet dat het allemaal vanzelf gaat. Blommestijn: ‘Het opbouwen van zo’n netwerk kost veel tijd en je moet de contacten blijven onderhouden. Bijvoorbeeld door verwijzers een goede terugkoppeling te geven, door regelmatig telefonisch contact en door op belangrijke plekken steeds je gezicht te laten zien.’

Te hoge verwachtingen ketenpartners

Ketenpartners voorlichting blijven geven over suïcidaliteit is ook belangrijk, benadrukt ze: ‘Het bespreken van suïcidaliteit is niet eenvoudig. Door het onderwerp bespreekbaar te maken, hopen we de drempel te verlagen om het onderwerp aan te kaarten en mensen naar ons door te verwijzen.’

Hoe welwillend de ketenpartners meestal ook zijn, soms is het wel lastig dat ze te hoge verwachtingen hebben van de casemanagers. Blommestijn: ‘Soms denken verwijzers dat wij het traject helemaal overnemen als ze iemand naar ons doorverwijzen. Dat is niet zo, we leiden mensen toe naar passende zorg. Regelmatig komen we daarvoor weer terug bij een verwijzer. Bijvoorbeeld omdat iemand een reguliere behandeling in de ggz nodig heeft.’

Wachtlijsten in de zorg

Verder lopen de casemanagers in Den Haag regelmatig aan tegen de wachtlijsten in de zorg: ‘Als een cliënt een vervolgbehandeling nodig heeft, en nog maanden moet wachten voordat er plek is, is het lastig om hem na een half jaar weer los te laten. Je wilt niet dat iemand opnieuw gaat wankelen.’ Ook huisvestingsproblemen zijn vaak niet binnen korte tijd op te lossen. Daarom wordt met cliënten afgesproken dat ze ook na afsluiting van het traject opnieuw aan de bel mogen trekken, mochten ze vastlopen. Blommestijn: ‘Het feit dat mensen dat weten is vaak al voldoende: het stelt ze gerust dat ze een back-up hebben.’

Als zorginstelling een traject starten? Begin klein

Zorginstellingen die interesse hebben om een Sumona-traject te starten, raadt Blommestijn aan om klein te beginnen. ‘Pak bijvoorbeeld eerst alleen de nazorg op en breidt pas uit, als je dat goed op de rit hebt. Bedenk goed welke aanmelders je erbij wilt betrekken en breng vooraf in kaart hoeveel aanmeldingen je van hen ongeveer kunt verwachten. Zodat je de laagdrempelige zorg, die kenmerkend is voor Sumona, ook echt kunt bieden.’

De gesprekken die de casemanagers met cliënten hebben, zijn lang niet altijd zwaar, vertelt ze. ‘Het is zo mooi om te zien dat mensen vaak oplichten, omdat ze over hun suïcidaliteit mogen praten. Of wanneer ze weer stapjes gaan zetten om uit de zwartste periode van hun leven te komen. Maar soms is het heel erg lastig. Dan is het belangrijk dat je een hecht team om je heen hebt, met collega’s die je altijd kunt bellen om even stoom af te blazen of te sparren.’

Contact

Afbeelding
Diane Blommenstijn Sumona

Meer lezen over Sumona? Kijk op Sumona.nl.

Heb je behoefte aan meer informatie of wil je het handboek van Sumona opvragen?
Dat kan via Diane Blommestijn (d.blommestijn@indigohaaglanden.nl).

Tweede Onderzoeksagenda Suïcidepreventie 2021-2026

De aandacht voor suïcidepreventie is de afgelopen jaren flink gestegen, toch is het totaal aantal suïcides op jaarbasis (nog) niet gedaald. Suïcidepreventie moet een verantwoordelijkheid worden van het brede preventieve veld. De derde doelstelling van de Tweede Onderzoeksagenda Suïcide Preventie is dan ook ‘Verstevigen van (regionale netwerken voor) suïcidepreventie in de wijk, het onderwijs en het sociaaleconomisch domein'. Sunoma draagt hieraan bij door een stevig lokaal vangnet te organiseren voor mensen met suïcidale gedachten en mensen die een suïcidepoging hebben gedaan. In dit programma werken lokale partners binnen en buiten de zorg samen om suïcides te voorkomen.

Colofon

Tekst: Ditty Eimers, eindredactie: ZonMw

ZonMw stimuleert gezondheidsonderzoek en zorginnovatie. ZonMw financiert gezondheidsonderzoek en stimuleert het gebruik van de ontwikkelde kennis - om daarmee de zorg en gezondheid te verbeteren. ZonMw heeft als hoofdopdrachtgevers het ministerie van VWS en NWO.