Na acht jaar maakt programma Zichtbare schakel de balans op. Hoe staat de wijkverpleging er nu voor?
De focus van fase 2 ligt op deskundigheidsbevordering van wijkverpleegkundigen, samenwerking tussen onderwijs en praktijk en aandacht voor teamwerk.
In 2014 is fase 2 van Zichtbare schakel ingezet. Onder de noemer Opleidingsimpuls wijkverpleegkundigen richtte deze fase zich op deskundigheidsbevordering, samenwerking tussen onderwijs en praktijk en aandacht voor teamwerk. Geen wijkverpleging zonder de mbo-verpleegkundigen en verzorgenden!
En wat gebeurde er vóór fase 2? In september 2008 nam de Tweede Kamer de motie Hamer aan, waarmee werd ingestemd met de inzet van €10 miljoen per jaar voor extra wijkverpleegkundigen in (met name) de veertig aandachtswijken.
In mei 2009 ging fase 1 van Zichtbare schakel van start, met een budget van €40 miljoen van het ministerie van Wonen, Wijken en Integratie (WWI). Onder de noemer De wijkverpleegkundige voor een gezonde buurt ontstond erkenning en waardering van het vak van de wijkverpleegkundigen en een beschrijving van het Expertisegebied wijkverpleegkundige (V&VN 2012).
Daarna is met de overheveling van de financiering naar de zorgverzekeringswet (2015), het takenpakket van de wijkverpleegkundige uitgebreid, werden nieuwe competenties gevraagd en waren veel meer wijkverpleegkundigen nodig. Zo ontstond de noodzaak voor fase 2, waarin wijkverpleegkundigen werden klaar gestoomd voor de transitie.
De wijkverpleegkundige is helemaal terug, bleek tijdens de slotbijeenkomst van het ZonMw-programma Zichtbare schakel. Van deskundigheidsbevordering in de praktijk tot praktijkervaring in het onderwijs, van leiderschap door wijkverpleegkundigen tot een nieuw curriculum: allemaal mijlpalen die de beroepspraktijk veranderd hebben. Hoe de opbrengsten te behouden?
Eén van de sprekers is Pauline Meurs, voorzitter Raad voor Volksgezondheid en Samenleving. Bijzonder om te zien wat het ZonMw-programma heeft opgeleverd, vindt ze: 'Ik zie heel veel vernieuwing, een zelfbewuste beroepsgroep en een maatschappij die de enorme betekenis van de wijkverpleging is gaan inzien. Dat is te danken aan Zichtbare schakel en al het werk dat jullie verricht hebben.'
Daarnaast weet Meurs haar toehoorders – wijkverpleegkundigen, verzorgenden, mbo- en hbo-docenten en andere betrokkenen – ook te prikkelen. Zo waarschuwt ze voor een al te makkelijk gebruik van termen als zelfredzaamheid, eigen regie, evidence-based practice en positieve gezondheid. ‘Laten we naast klinisch redeneren ook kritisch redeneren en ons blijven afvragen wat we er precies mee bedoelen.’ Voorbeeld: het inzetten van evidence based practice betekent niet dat wijkverpleegkundigen altijd klakkeloos de vaak generalistische evidentie moeten volgen, maar dat ze elke keer opnieuw moeten nadenken op basis van de beschikbare evidentie.
Ook waarschuwt Meurs voor de steeds complexere zorg die thuis verleend wordt, soms tegen de klippen op. Met als resultaat dat wijkverpleegkundigen soms ‘omvallen.’ ‘Pas op voor de mythe van het thuiswonen. Het is niet zo dat je altijd en onder alle omstandigheden thuis moet kunnen wonen.’ De RVS-voorzitter maant daarnaast wijkverpleegkundigen aan om de zorgverzekeraars actief op te zoeken. ‘Ze zien dat er een enorm beroep op de wijkverpleging wordt gedaan en hoewel zij het moeten betalen, weten zij vaak ook niet wat ze ermee moeten. Dus ga met ze in gesprek, neem je ambassadeurs mee, noem mijn naam. Je weet niet half hoeveel handelingsverlegenheid er bij verzekeraars is.’ Tenslotte steekt ze de aanwezigen een hart onder de riem, als het gaat over de wijkverpleging ná Zichtbare schakel: ‘Er is zoveel elan, maak daar gebruik van. Het politieke momentum, dat is nu!’
Schuurmans vervolgt: ‘Vaak hoor ik wijkverpleegkundigen klagen: ik wil graag deze of deze interventie doen, maar dat mag niet meer van de werkgever of de overheid. Dat spel is enorm gebaat bij professionalisering en kennis. Evidence based practice is cruciaal. Vertrouwen hebben is mooi, maar je moet ook kunnen uitleggen waaróm je iets doet. Uiteindelijk gaat het erom: doe ik de goede dingen, en doe ik ze ook goed?’ We weten het vaak niet, zegt Schuurmans: omdat de benodigde gegevens regelmatig ontbreken. Ter illustratie doet Bleijenberg met behulp van smartphones een online testje met de zaal: hoe vaak komen zij een situatie tegen waar geen passende richtlijn of wetenschappelijk bewijs voorhanden is? Dat blijkt bij 40 procent ‘regelmatig’ te zijn, en nog eens 40 procent antwoordt ‘vaak’.
‘De kennisagenda moet een routeplanner voor de toekomst zijn’, zegt Bleijenberg. Daarom liggen overal in de zaal grote witte vellen waarop deelnemers met post-its hun ideeën voor een kennisagenda kunnen plakken. Een snelle online raadpleging van de prioriteiten in de zaal laat zien dat technologie, mantelzorg, preventie en leiderschap het hoogst scoren.
‘Productie was leidend, er werd geen rekening gehouden met de behoefte van doelgroepen. Er was geen ruimte voor preventie en geen wijkgericht werken. Er waren veel schotten. Het zelf nadenken kwam in deze hbo-functie niet meer aan bod, waardoor velen het vak verlieten.’ Zichtbare schakel bracht daar verandering in, aldus Heijne. Wijkverpleegkundigen werden aangemoedigd om de vrijheid te pakken om hun werk anders te doen. Zo richtte zijzelf loopgroepjes in de wijk op voor ouderen met dementie. In de Dappermarktbuurt gingen Heijne en een collega in een flatgebouw alle deuren langs, om problemen in kaart te brengen en bewoners met elkaar te verbinden. Dat bleek zó goed aan te slaan, dat Heijne het werk graag door studenten wil laten voortzetten. De wijkzorgnetwerken worden sowieso voortgezet, subsidie of niet: ‘Anders gaat alles wat we hebben opgebouwd, verloren.’ Heijne benadrukt dat iedere wijkverpleegkundige en verzorgende uiteindelijk een ambassadeur is. ‘Het gaat erom dat je je vak uitdraagt, ook in je team. Wij zijn tenslotte degenen die het meeste weten van ons werk.’ Leuk weetje uit de zaal: uit kersvers onderzoek van Anneke Francke, hoogleraar verpleging en verzorging in de laatste levensfase blijkt dat cliënten en mantelzorgers de wijkverpleegkundigen een 8 + voor hun werk geven.
Aan tafel vertellen wijkverpleegkundigen Sonja Daalhuizen (Careyn), Pauline Arts-de Witt (ZZG Zorggroep) en verzorgenden IG Ludi Mulder (Laurens), Henriëtte van den Broek (Icare) en Jolanda Kragt (Icare) over hun ervaringen. Van den Broek is zichtbaarder geworden binnen haar organisatie, vertelt ze. ‘Ik krijg voortdurend uitnodigingen om mee te denken met werkgroepen, zoals laatst van de werkgroep excellente zorg.’ Arts-de Witt vult aan: ‘In mijn team kan ik uitleggen waar bepaald beleid vandaan komt, en omgekeerd kan ik managers nu uitleggen hoe beleid op de werkvloer uitpakt.’ Het ambassadeursschap enthousiasmeerde collega Daalhuizen om de maatschappelijke ontwikkelingen rond het vak bij te houden. ‘Vanuit een bescheiden instelling ben ik actief en zelfs pro-actief geworden.’
Wat zouden ze doen als ze een dag minister van VWS zouden zijn? Meer tijd per cliënt om te zien wat er écht nodig is, zegt de één; minder regeldruk en meer vertrouwen (‘Geef ons ons vak terug’), noemt de ander. Een derde ambassadeur doet een oproep: ‘Wij kunnen als verzorgende IG ook in kwaliteitscommissies onze stem laten horen. Neem ons mee, we willen graag aanschuiven.’ Zijn ambassadeurs de paradepaardje van hun organisatie, vraagt Lambregts zich af. ‘Ik zou het liefst een grote kudde zien’, reageert Kragt. Op een vraag uit de zaal, of de ambassadeurs binnen de teams geen scheve ogen geven, antwoordt Van den Broek gevat: ‘Ik maak geen nieuwe volgers, maar nieuwe leiders.’
De opleidingen zijn nog in ontwikkeling: de eerste studenten van de nieuwe bachelor zitten momenteel in hun tweede jaar. Uit het onderzoek van Van Iersel blijkt dat aandacht voor de wijk in alle hbo-v-opleidingen sterk aanwezig is. In alle opleidingen worden thema’s als klinisch redeneren en indiceren, zelfmanagement, wijkgerichte preventie en shared decision making behandeld, vaak als integraal onderdeel van het curriculum. ‘Sommige opleidingen zetten de wijk heel centraal, en sturen hun studenten al het eerste jaar de wijk in.’ De stagerouting is vaak een knelpunt, vertelt de onderzoeker: er is een tekort aan geschikte plaatsen, en vooral eerstejaars kunnen moeilijk een plek vinden. Volgens Van Iersel zijn er twee belemmeringen voor het nieuwe curriculum: het vertekende beeld onder studenten van het beroep. ‘Daarnaast moeten studenten, als zij in de wijk komen, goede rolmodellen ontmoeten’, zegt Van Iersel. Dat lukt nog onvoldoende. ‘Een hechte samenwerking tussen hogescholen en instellingen is een voorwaarde voor succes. Onderwijs is het vliegwiel: als studenten niet in de praktijk terugzien wat ze geleerd hebben, legt het onderwijs het af.’ Gelukkig signaleert de helft van de hogescholen een toegenomen interesse van studenten voor de wijkverpleging – mogelijk als gevolg van de leernetwerken van Zichtbare schakel.
‘Het programma kwam als geroepen: uitwisseling met de beroepspraktijk, thema’s als eigen regie en zelfredzaamheid; daar moesten we iets mee’, zegt Theunissen. Ook drie zorginstellingen in de regio, ROC Nijmegen en een cliëntenorganisatie nemen deel in het netwerk. Deskundigheidsbevordering van docenten en wijkverpleegkundigen is het doel, en de opgedane praktijkkennis duurzaam vastleggen in de opleiding. ‘We hebben duobanen van wijkverpleegkundigen en hbo-docenten, kwartetten die zijn uitgebreid met mbo-verpleegkundigen en roc-docenten, een professionele leergemeenschap en een zesjaarlijkse kennismarkt’, somt de projectleider op. Ze laat een filmpje zien waarin uiteenlopende betrokkenen vertellen over wat ze doen binnen de leergemeenschap. Een docent die onderzoeksvragen uit de praktijk ophaalt; een student die zich afvraagt hoe je zelfmanagement handen en voeten geeft. ‘Ons kwalitatieve onderzoek naar positieve gezondheid sloeg zó aan dat TVN Zorgt daar nu mee is verder gegaan’, vertelt Theunissen. ‘Andere belangrijke opbrengsten: de docenten werden gevoed met nieuwe inzichten, wat ook belangrijk is voor een juiste beeldvorming van de beroepspraktijk. De casuïstiek is geupdate, er waren gastlessen, er zijn extra stageplaatsen gecreëerd en er is afstudeeronderzoek gedaan.’ Afsluitende vraag van Lambregts: wat zou je op de kennisagenda wijkverpleging willen? Theunissen, met een glimlach: ‘Hoe kunnen we informeel leren formaliseren?’
Kennisagenda wijkverpleging
Nu er door Zichtbare schakel veel geïnvesteerd is in de wijkverpleging, is het tijd om een kennisagenda te ontwikkelen. Dat is de boodschap van hoogleraar verpleegwetenschappen Marieke Schuurmans en Nienke Bleijenberg, lector proactieve ouderenzorg. ‘Er is een enorme behoefte aan kennis’, zegt Schuurmans.
Leiderschap voor wijkverpleegkundigen en verzorgenden
In het ambassadeurstraject van Zichtbare schakel werden de afgelopen jaren achtereenvolgens wijkverpleegkundigen en verzorgenden opgeleid tot ambassadeur. Want: wie kan het vak beter voor het voetlicht brengen dan zijzelf?
Meer aandacht voor wijkverpleegkunde in de hbo-v opleidingen
Margriet van Iersel, HvA-docent en onderzoeker, onderzoekt momenteel wat het effect is geweest van nursing Bachelor 2020 op de curricula van de zeventien betrokken hogescholen. ‘Welke innovaties dragen bij aan de positieve beeldvorming van het vak en de vergroting van de uitstroom? Maar ook: hoe wordt werk gemaakt van de nieuwe competenties zoals generalistisch werken, een kritische en onderzoekende houding?’
Weer zichtbaar in de wijk
Hoe ervaren wijkverpleegkundigen de impact van Zichtbare schakel? Karin Heijne, wijkverpleegkundige bij Cordaan in Amsterdam en deelnemer aan het ambassadeurstraject, vertelt over haar eigen ervaringen en die van haar directe collega’s. Ze stelt het gebrek aan bewegingsvrijheid aan de kaak, die zij en haar collega’s tot voor kort ervoeren.
Samen deskundigheidsbevordering
Jacqueline Theunissen, docent aan de HAN, vertelt over het Nijmeegs leerlandschap waarvan zij de projectleider is. Haar hogeschool is een van de elf leernetwerken die landelijk met subsidie van Zichtbare schakel werd opgezet om de samenwerking tussen onderwijs en wijkverpleegkunde-praktijk te bevorderen.
Welk innovatief project verdient extra ondersteuning? Voor deze prijsvraag selecteerde een jury met leden van de projectcommissie uit tien inzendingen een drietal projecten.
In vlogs stelden de initiatiefnemers van de projecten zich voor, waarna de bezoekers van de slotbijeenkomst op 17 november 2017 hun stem konden uitbrengen.
Winnaar werd het Van Kleef Instituut, met ‘Beelden van zorg en wetgeving voor de zorgpraktijk.’ Een free learning module met korte filmpjes waarin wet- en regelgeving duidelijk wordt uitgelegd, ‘zodat wijkverpleegkundigen hun tijd weer kunnen besteden aan zorg.’
De tweede prijs ging naar de Saxion Hogeschool met ‘WijkLink Oost – the Next Level’. Deze Facebook-achtige website voor kennisuitwisseling tussen zorginstellingen en onderwijs krijgt onder andere een app en een uitbreiding van het aantal partners.
De derde prijs ging naar de Noordelijke Hogeschool Leeuwarden, met ‘Wijkverpleegkundigen duurzaam verbonden als lerende professionals’. In dit project blijven wijkverpleegkundigen van alle zorgorganisaties leernetwerken vormen met mbo- en hbo-docenten. ‘Hiermee wordt het stokje overgedragen van de hogescholen naar de wijkverpleging.’
Tijdens de slotbijeenkomst zijn volop foto's gemaakt. Heeft u uzelf al gespot?
Benieuwd naar alle foto's? Bekijk ze in het Flickr-album Zichtbare schakel.
ZonMw stimuleert gezondheidsonderzoek en zorginnovatie. ZonMw financiert gezondheids-onderzoek en stimuleert het gebruik van de ontwikkelde kennis - om daarmee de zorg en gezondheid te verbeteren. ZonMw heeft als hoofdopdrachtgevers het ministerie van VWS en NWO.
Redactie Annette Wiesman, Eindredactie Dorien Plaat-Poirters, Lisanne van Hoogdalem (ZonMw), Fotografie Studio Oostrum
Met dank aan alle leden van het Zichtbare schakel-team.
Uitgave ZonMw, november 2017